M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

zaterdag 29 september 2012

20120929 Dordogne

Appelscha, 29 september 2012


Lieve en beste allemaal,

We zijn alweer bijna twee weken geleden thuisgekomen, maar het voelt niet zo, want de tijd is voorbij gevlogen. De caravan is leeggehaald, schoongemaakt en weer naar de stalling gebracht. Daarna zijn we naar Appelscha gegaan. Uiteraard lag daar weer het nodige werk in en rondom het huis op ons te wachten. Het was even aanpakken geblazen, maar steeds was daar de herinnering aan de mooie reis door Frankrijk en dan met name de uitsmijter: ons weekje in de Dordogne, dat een zoete herinnering achterlaat.

Niet alleen het weer liet zich van zijn beste kant zien, de streek zelf is oogstrelend mooi. Daarvan hoop ik jullie in deze brief te kunnen overtuigen.

Op de camping in Saint-Julien-de-Lampon, een twaalftal kilometers ten westen van Souillac, ontmoetten wij – overigens niet toevallig – onze Limburgse vrienden Jan en Mienke Halmans. Zij zijn ervaren Dordogne-gangers en hebben ons dan ook wat wegwijs gemaakt in deze streek.

Jan Halmans schildert en geeft ook schilderlessen en dat heeft hij vele lentes achtereen gedaan vanuit Saint-Julien-de-Lampon. Een favoriete stek is voor hem het plaatsje ………

Aillac

waar hij ons als eerste naar toe bracht. Nou, als ik kon schilderen – overigens kan iedereen leren schilderen volgens Jan, maar dan kent hij mij toch niet echt goed – dan zette ik mijn ezel ook in Aillac neer. Oordeel zelf maar met de volgende drie foto’s.












Via een mooie weg langs de Dordogne bracht hij ons vervolgens naar


La Roque-Gageac.

Hoeveel verenigde landschappelijke en bouwkundige schoonheid kan een mens verdragen? De aanblik van dit plaatsje is overdonderend.
We zijn op de rots rechts op onderstaande foto wat omhoog gelopen tussen de tegen de rotswand aangeplakte huizen door. Het is allemaal uiteraard heel toeristisch en op onverwachte plaatsen zijn winkeltjes gevestigd, hier meestal met wijn of andere regionale producten in de aanbieding.









En na een lunch op een mooi gelegen terras vervolgden wij onze weg westwaarts en kwamen we in

Beynac-et-Casenac.



Aan deze kant van het kasteel is een steile rots, maar vanaf de andere kant kun je lopend tussen de bebouwing door over sterk stijgende straatjes de top wel bereiken. En dat hebben we dan ook gedaan.
Het kasteel zelf hebben we niet bezocht.





In dit straatje was overigens een juwelensmid gevestigd, waar Hens viel voor een bijzonder collier van geraffineerd emaillewerk. Dat had ze trouwens dik verdiend met de wijze, waarop ze naar boven was gelopen met één net nieuw en een totaal versleten heupgewricht. Ze liep ons alle drie vooruit!

Met het naar beneden lopen had Hens meer moeite en was ze erg voorzichtig.


Een ander, bijzonder stadje is

Collonges-la-Rouge.

De naam verklapt al, dat hier iets in het rood is gebouwd en dat is de stad zelf. Anders dan elders, waar men in gele steen bouwt, heeft men hier een rode steen toegepast. De sfeer is wel heel romantisch of zo je wilt: “Hans en Grietjes”.
Uiteraard zijn ook hier weer veel toeristen en dus ook winkeltjes en restaurants in het stadje zelf.




















St. Julien-de-Lampon

is een klein dorpje, met twee campings. De ene is de “municipal” en ligt aan de rivier. Er staat niemand en men zegt, dat het er barst van de muggen.
De andere - “onze” - camping is van een Nederlands echtpaar en ligt wat hoger en verder van de rivier af. Hier zijn geen muggen en de camping was behoorlijk bezet met vooral Nederlanders.

In de Dordogne zijn veel boomgaarden met walnootbomen. Op onderstaande foto is zo’n aanplant te zien. Deze is vlak bij de camping.



Zoals je in Friesland de terpenroute hebt, heb je in de Dordogne de notenroute.


Wij hebben hem (nog) niet gereden, maar het blijft wel een optie voor een volgend bezoek aan deze mooie streek.

De moderne huizenbouw is nogal eenvormig, zelfs in de verschillende landen. Gelukkig hebben en houden de mensen in de Dordogne hun eigen stijl. Onderstaand een nieuw huis, maar in de typische vormgeving van de Dordogne.

De lokale architectuur.

Ook in Frankrijk kent men het probleem van het onderhoud van de oude kerken. De kerk in Saint-Julien-de-Lampon wordt niet meer voor de eredienst gebruikt, maar wordt wel als een monument gezien en heeft inmiddels ook die status officieel gekregen.
De kerk is 1000 jaar geleden gesticht en heeft sindsdien diverse verbouwingen meegemaakt. Stuiver bij stuiver wordt de pot van het restauratiefonds gevuld. Ook onze campinghoudster draagt haar steentje hier aan bij, door rondleidingen te geven en de bezoekers uit te nodigen een bijdrage in de daarvoor bestemde pot te storten.


Het is een eenvoudige kerk – zeker niet de moeite waard voor een beeldenstorm – maar het glas-in-lood-werk was prima verzorgd. Vooraanstaande families uit de omgeving hebben hier hun bijdrage aan geleverd.

Onderstaand de afbeelding van de heilige Julien, geboren aan de oevers van het vlak bij het dorp stromende riviertje Lampon. Julien trok zich het lot aan van de in de vroege Middeleeuwen voor beroving kwetsbare zwervers, kooplieden en bedevaartgangers door hen te beschermen en onderdak te geven.





Sarlat-la-Canéda

Kortweg Sarlat. Zoals zoveel Franse steden kwijnde Sarlat weg in verval, maar onder de van 1964 daterende Wet Malraux is het centrum van Sarlat beschermd en aanzienlijk gerestaureerd. De stad is geclassificeerd als stad van (bouw)kunst en historie. Het heeft in Frankrijk ook de hoogste concentratie van historische en geclassificeerde monumenten.
Sinds 1928 hebben de cineasten Sarlat ontdekt en gebruikt als authentiek decor voor historische films.

Wij hebben er een aantal genoeglijke uren doorgebracht.


















Entree naar een markthal met regionale producten.

“ ’s Lands wijs, ’s lands eer,” zullen we maar zeggen. In Nederland, dominees land, weten we vaak heel goed, wat men in andere landen wel of niet moet doen. Zo vinden wij, dat stierenvechten absoluut niet kan en foie gras is ook helemaal uit den boze. Nu wil het toeval, dat in de Dordogne nogal rijkelijk foie gras en andere ganzen- en eendenproducten als regionale specialiteit te koop worden aangeboden.
De gans en de eend zijn er zo belangrijk, dat er zelfs standbeelden voor worden opgericht, zoals er in Friesland een standbeeld is van Ús Mem, zal ik maar zeggen. En als ik het mij goed herinner is Ús Mem een geschenk van het Fries Rundvee Stamboek. Onderstaand beeld is een geschenk van Rougié.





Founded in 1875 and based in the medieval town of Sarlat in the beautiful Périgord region of France, Rougié is the world’s #1 producer of foie gras and moulard duck specialties.
Rougié is the active partner of award winning restaurants around the world, always bringing innovative culinary solutions for consistently outstanding duck delicacies.
Our products are also available in duty free outlets and selected gourmet shops worldwide.



Zelf hebben we op de weekmarkt in Saint-Julien-de-Lampon een dergelijk product aangeschaft. We moeten het nog uitproberen.




Op 16 september j.l. zijn wij weer naar Nederland vertrokken. Gelukkig konden wij de dag ervoor nog even op onze mooie plek op de camping en op een fijne, zonnige dag bijkomen van de imposante ervaringen in de Dordogne.





De reis naar huis ging met een tussenstop op onze zo langzamerhand vaste overnachtingscamping in Soissons, waar de diesel wel 8 cent goedkoper was dan bij de goedkoopste pomp in Harlingen de volgende dag. Ik kan het precies halen op een volle tank. En aan wie wil weten, waar deze pomp is, leg ik het graag uit.

Linker blikveld van Hens.

Ook deze reis zit er weer op. Wij hebben ervan genoten. Hopelijk jullie van de verslagen.

Mede namens Hens maar weer de hartelijke groeten en tot ziens,

Ties

Al mijn reisbrieven zijn te lezen op mijn blog:
www.quayonge.blogspot.com

woensdag 5 september 2012

20120905 Sainte-Marie-Plage

Sainte-Marie-Plage, 5 september 2012

Lieve en beste allemaal,

Niet, dat de camping na afgelopen zondag weer leeg is geworden, maar de gezinnen met kinderen zijn wel weg. De camping vergrijst: de Fransen worden vervangen door Duitsers, Belgen en vooral ook Nederlanders.
Het is wonderlijk hoe van de ene op de andere dag Frankrijk ophoudt met vakantievieren. Het is bij de toeristische bezienswaardigheden nog druk genoeg, maar de Fransoos is er niet meer zo nadrukkelijk aanwezig. Het grote parkeerterrein van de camping is ineens leeg, de bewaking is weg, de jeugdige ploeg, die het sanitair netjes hield is vervangen door veel oudere professionals, die nu trouwens ook niet meer zo vaak komen. De avondactiviteiten – meestal luidruchtige muziek tot ver na elf uur - op het centrale plein van de camping zijn gestopt.

In de centra van de vele nieuwgebouwde badplaatsen langs de Middellandse Zeekust, waarvan Sainte-Marie-Plage er één is, worden al weer sommige winkels en restaurants gesloten. De terrassen zijn niet meer gevuld. Vaak hoeft er niet meer betaald te worden voor een parkeerplaats.
Ik kan er maar niet aan wennen, dat er bij dit prachtige weer ineens zoveel minder animo is om langs de kust te recreëren. Anderzijds is alles nu natuurlijk veel beter bereikbaar, zijn de files verdwenen en kun je je auto weer kwijt.

Op onze reis van Bretagne naar Sainte-Marie-Plage hebben we een tussenstop gemaakt aan de oevers van de Gironde. En dan proef je de wijn al.
Het was een eenvoudige camping, gerund door Nederlandse – in onze ogen – jongelui, die kennelijk van hun dromen realiteit maakten. Veel eigen kluswerk, maar best wel goed voor Frankrijk, hoor. Leuke aankondiging ook van de camping.


Het spul, dat uiteindelijk in die wijnvaten terecht kwam, groeide ook om de hoek, nog even rijpend in het laatste deel van de zomer.

Zoete belofte.

Het zal vast wel goed komen met deze druiven zo in de buurt van Bordeaux. De wijngaarden zien er daar trouwens keurig verzorgd uit. Dat zie je ook wel anders onderweg.

Over onderweg gesproken: nog nooit zo’n glimmende tankauto ingehaald, waarin je jezelf kunt zien.


Fortresse de Salses.

Tot 1642 behoorde de Roussillon bij Aragon (Spanje). Om het gebied is langdurig gestreden tussen Frankrijk en Spanje en nadat het dorp en kasteel van Salses – 16 km ten Noorden van Perpignan - in 1496 werden geplunderd en in brand gestoken door de Fransen, besloot koning Fernando van Aragon (Ferdinand de Katholieke) ter plaatse een onneembaar sperfort te bouwen. Hoewel er veel om is gevochten, slaagde Richelieu er pas in 1639 in de burcht te bezetten. Een jaar later waren de Spanjaarden er weer de baas. Spanje kon de strijd om de Roussillon echter niet winnen en nadat in 1642 het Spaanse garnizoen in Perpignan zich moest overgeven aan de Fransen, was het zinloos om de burcht nog langer te verdedigen.
Maar vergis je niet: de bevolking voelt zich hier nog Catalaans, het gebied is tweetalig (ook volgens de straatnaamborden) en de Catalaanse vlag wappert fier naast de Franse.

De burcht is gigantisch groot van omvang. Hij kon 3000 soldaten en 300 paarden herbergen. Maar er waren ook koeien en een bakkerij. Er was dus genoeg te eten om een belegering zeer lang vol te houden.

Een bezoek aan de burcht is een aanrader, zo niet een must voor ieder, die de omgeving aandoet.

De wallen.


De binnenplaats.

De donjon.


Meeting people.

“Wifi-contact.”

De mevrouw wist niet zo goed raad met haar nieuwe tabletje. Ze vroeg de gerant om hulp bij het verzenden van haar e-mail bericht. Die begreep er ook niet zoveel van en ook niet van haar.
Met een: “Monsieur, pouvez vous aider cette madame,” trachtte hij het probleem door te schuiven naar mij.
“Mais naturellement. Quelle est la problème, madame,” vroeg ik haar.
“Can you speak English,” sondeerde ze bij mij.
“Sure,” repliceerde ik haar: “But what language do you speak?”
Zij: “English!”
“Yes, but I mean, what country do you come from.”
“Germany.”
En met een: “Ach so, dann reden wir doch Deutsch,” was de juiste frequentie gevonden.


Vrijheid, gelijkheid en broederschap.

Je komt de spreuk op heel veel plaatsen tegen. Hij is ook een uiterst belangrijk symbool voor de ontwikkeling van de moderne, Europese democratie.



Maar waarom voorzien de Fransen zo’n belangrijk accent nu niet van de bijbehorende accenten? Is het de Franse slag?

Collioure.

Denk erom, als je in de Roussillon bent, altijd even een bezoek brengen aan Collioure. In deze kunstenaarsstad heerst een fijne, ontspannen sfeer en je kunt er prima lunchen.

Het beeldmerk van Collioure ………….

en zij tekenen het.

Toen wij in Collioure waren, zag Hens, dat een man bij het passeren van een etalagepop, die was voorzien van een strapless jurkje, even aan de plooien trok met het gevolg, dat het geheel wat lager kwam te zitten, dan ongetwijfeld de bedoeling was van de winkelier.
Die man was ons kennelijk ook voor geweest bij ons bezoekje aan Port-Leucate .


Dat Port-Leucate behoort trouwens ook tot de nieuw gebouwde badplaatsen, maar hier ligt het accent dus op de twee grote jachthavens. We waren er gisteren, maar ondanks het prachtige weer waren er maar weinig mensen in verhouding tot de voorzieningen. Dat de bootjes nog met zo vele in de haven lagen, mag overigens rustig worden geweten aan de zeer harde wind, die hier dagenlang heeft gestaan. Vandaag rest daar nog een windkracht 4 à 5 van en hopelijk is het vanaf morgen
weer het gebruikelijke rustige strandweer. Overigens willen wij dan juist een tochtje naar enkele bezienswaardigheden in de Pyreneeën maken.

Port-Leucate.

Gedragsbeïnvloeding ……

Eén van de meest ergerlijke overtredingen heb ik altijd het parkeren op een invalidenparkeerplaats gevonden zonder daartoe gerechtigd te zijn. Het is terecht, dat daarvoor een zwaar tarief wordt gehanteerd. Mensen, die dit toch doen kom je echter overal tegen en dus ook in Frankrijk.
Onderstaand bord trof ik aan op het parkeerterrein van een supermarkt. Het Franse recht ken ik niet goed genoeg om te weten, of de politie daar ook kan optreden. Vermoedelijk niet, want de supermarkt heeft zelf met een zeer aansprekende tekst onbevoegden duidelijk gemaakt, dat je niet echt bevoorrecht bent, als je op een dergelijke plaats mag parkeren.







Saint Jaques.

Toch maar even geprobeerd: die Jacobsschelpen. We vonden een diepvriesverpakking, die in de oven klaargemaakt kon worden. Dat leek wel wat. Wij hebben een oventje mee en dat is op zich erg handig.
Wat die St. Jaques betreft: ik weet het nu wel. Het lijkt wel aardig, maar de smaak valt me tegen. Ze hebben eigenlijk weinig smaak van zichzelf. Maar goed: “Onderzoek alles en behoudt het goede,” nietwaar?

Volgens de etiquette moet de sluiting van de schelp naar boven zijn gericht! De borden staan tegenover elkaar en het lijkt mij dan ook, dat de schelpen zo in de juiste positie zijn opgediend.

Over een dag of vier gaan we naar de Dordogne, als tenminste de weerberichten niet sterk verslechteren. Wij hopen daar een paar gezellige dagen met onze vrienden Mienke en Jan door te brengen als afsluiting van onze najaarsreis. Wij zijn nog nooit in de Dordogne geweest, maar gelet op de positieve berichten over deze streek hopen wij daar wel te kunnen genieten.

Indien ik daarvoor voldoende stof opdoe, zal ik jullie er natuurlijk nog over berichten.

Inmiddels doe ik jullie mede namens Hens weer de hartelijke groeten.

Ties

Al mijn reisbrieven zijn te lezen op mijn blog:
www.quayonge.blogspot.com