M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

maandag 14 februari 2011

20110214 Monte Gordo

Monte Gordo, 14 februari 2011


Lieve en beste allemaal,

Het weer is niet al te best de laatste dagen, maar je kunt nu ook weer niet zeggen, dat het “afzien” is. Weliswaar zal het de komende dagen behoorlijk regenen, maar de verwachtingen voor de tijd na de komende drie dagen zijn goed te noemen en voor volgende week zelfs uitstekend.
Natuurlijk volgen wij ook met belangstelling de verwachtingen in Nederland – dat is trouwens niet zo moeilijk, want wij kijken en luisteren hier naar dezelfde zenders als jullie – en per saldo zijn wij dan toch wel blij nu hier te zijn. Met ruitenkrabben heb ik het deze winter wel weer gehad!

Anders dan met een echte vakantiereis, waar je ook op onderzoek uitgaat in de omgeving van je verblijfplaats, is het leven hier aan routine onderhevig. En grote verhalen hoeven jullie de komende weken dan ook niet te verwachten. De meeste facetten van het leven hier heb ik al lang beschreven. Ik zal dan ook wel eens een weekje overslaan met het schrijven van een briefje.

Maar wij hebben dan toch wel weer een wijziging in onze routine aangebracht. Zo hebben we vorig najaar in Spanje ontdekt hoe leuk het is om regelmatig eens buiten de deur te eten. Vaak krijg je dan verrassend lekker eten voorgeschoteld, als je tenminste de moed hebt om juist de specifiek lokale keuken uit te proberen. Nou, die moed hebben wij wel en wij lusten ook bijna alles. Het kan vaak ook heel goedkoop – zeker naar onze maatstaven gemeten – en ook mag het wel eens ietsje duurder zijn, want dan heb je natuurlijk de specialiteiten van het huis.
Aten we eerst bijna nooit buiten de deur, we hebben nu besloten om in principe eenmaal per week een lokaal restaurant op te zoeken.
Zo hebben we gisteren (zondag) uitgebreid geluncht in een restaurant op het strand in Monte Gordo. Gewoon lekker lopend de camping af en eens kijken, waar wat te beleven valt. Het betreffende restaurant was goed voorzien van autochtone bezoekers en dat is voor ons het teken, dat je juist dáár moet zijn. Het was ons al eerder opgevallen, dat de lokalen hier vaak ’s zondags uit eten gaan, meestal met de hele familie. Het is dan een heel geanimeerde bedoening.
Als je uit eten gaat – ook met het doen van boodschappen trouwens – is het handig om een taalgidsje mee te nemen, zodat je weet, wat je bestelt. In Monte Gordo is het echter wel zo toeristisch, dat de menukaarten in vele talen en vaak ook in het Nederlands zijn opgesteld. Het juiste gerecht bestellen is dan niet zo’n probleem. Wij gingen voor de cataplana met zeeduivel, een visschotel voor 2 personen met van alles erop en eraan: gamba’s, steenmosselen, meerdere soorten vis, groenten en aardappelen en als smaakversterkers ook nog stukjes spek en chouriço. Een aanrader voor iedereen, die dit ook op de kaart ziet staan. Uiteraard hebben we er een flesje huiswijn bij genomen. Er werd tevens brood en paté bij geserveerd. Om het af te maken hebben we nog een kopje koffie besteld. Bij het afrekenen kregen we nog een lokale digestief aangeboden, een soort amandelborreltje, dat ik overigens alleen maar even heb geproefd. Hens vond het sowieso zonde van de heerlijke nasmaak om eraan te nippen.
De al niet meer volle schaal …….

Onze vaste routine is wandelen en we proberen iedere dag toch wel minstens een kilometer of 8 te maken, maar vaak wordt het meer dan 10 km. We hebben al weer een paar wandelingen in het achterland gemaakt. Heuvel op, heuvel af, met hoogteverschillen tot wel 150 m. De charme is de mooie natuur en de stilte. De mensen zijn er allervriendelijkst.
We wandelen in principe om de dag in de heuvels. De andere dag lopen we dan langs het strand.

Hoog in de heuvels bij Corte Pequena. De wandeling gaat tot bij het meer in de verte en dan weer helemaal omhoog …….




Ook hebben we de wandeling bij Manta Rota langs wat ik maar de “strandtong” noem, weer gemaakt. Deze strandtong loopt in westelijke richting tot aan Cabanas. Typerend is, dat de zee er ook achter langs loopt. Op de tong is een rij lage duinen. Twee jaar geleden konden we zo’n 3 km langs het strand ter plaatse lopen, totdat een slenk verdergaan onmogelijk maakte. Vorige week ontdekten we, dat de zee helaas door de duinenrij was gebroken en we al na ongeveer 2 km niet meer verder konden.

De doorbraak bij Cacela Velha.

Weer teruglopend kijk je naar Monte Gordo. Onderstaande foto heb ik ingezoomd. De “piramide” een beetje rechts is een groot hotel in Monte Gordo. Door de karakteristieke vorm kun je ook al van ver in het achterland zien, welk van de stadjes Monte Gordo is.



De vermoeienissen van de reis zijn al lang weer vergeten. De goede conditie is weer terug. Ik kon dan ook de volgende prachtige foto van Hens maken tijdens één van onze wandelingen.



Zo’n patente vorm straalt natuurlijk ook op mijzelf af. Ik ben weer helemaal joppe.

De groeten dus,

Ties