M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

vrijdag 9 december 2011

20111208 Willemstad

Willemstad (Curaçao), 8 december 2011

Lieve en beste allemaal,

Bon bini na Korsou.
(Welkom op Curaçao.)


Laat ik eens beginnen met wat ik zowat het logo van Curaçao vind en dat zijn deze huizen aan de Handelskade in Willemstad. En om nu niet meteen alle clichés in deze brief te stoppen: de Koningin Emmabrug (de pontjesbrug) krijgen jullie vandaag niet te zien.

Onze zoon Riemer en zijn vriendin Kari maken sinds april 2011 een wereldreis. Thans verblijven zij een maand op Curaçao en ze hebben ons uitgenodigd bij hen te komen logeren in het gehuurde huisje. Die kans lieten wij ons niet ontgaan.

Bij het boeken van onze vlucht kwam ik bij Arkefly uit. Om kort te gaan: de vlucht vertrok (op 30 november j.l.) precies op tijd en we kwamen een uur eerder op Curaçao aan, dan het schema vermeldde.

Arkefly is een onderdeel van de wereldwijd werkende reisorganisatie Tui. Het logo van Tui is voor de passagiers voortdurend te zien op de vleugeltip: ik zie er een brede lach in.

Onderweg konden we op het schermpje op de stoel voor ons prima de vorderingen van de vlucht volgen. We naderen hier wel het Caribisch gebied, maar het zal zeker nog twee uren duren voor we op de tussenstopplaats Aruba landen.

Het was al bijna donker toen we bij ons onderkomen aankwamen. Om maar meteen te genieten van dit mooie oord hebben we de avondmaaltijd genoten bij Pirate Bay aan de ingang van de Piscaderabaai (voor ingewijden: het voormalige Hook’s Hut). Ondanks het feit, dat in het gebied de regentijd heerst, bleef het mooi droog en konden we aan de waterkant vast wat wennen aan de tropische omstandigheden.


We zaten er gewoon op het strand.



Ons onderkomen voor elf dagen aan de Andres Belloweg.









Toen we de volgende ochtend onze eerste indrukken van Willemstad gingen opdoen, kon ik al gauw deze mooi versierde auto vastleggen. Door het donkere privacy-glas was toch nog goed de door een brede lach ontblootte rij witte tanden van de met deze aandacht gevleide eigenaar te ontwaren.

Bling bling auto.










Als je van het parkeerterrein bij het winkelcentrum van het stadsdeel Punda het water van het Waaigat oversteekt, zie je vanaf de brug de Floating Market (fruit en groentemarkt). De waar staat overigens op de wal uitgestald. De handelaren zijn Venezolanen.
Het cruiseschip ligt in de Sint Anna Baai, die een brede doorgang is van zee naar de mooi gelegen natuurlijke haven het Schottegat. Overigens doen dagelijks meerdere cruiseschepen Curaçao aan.


(Achterkant van de) Floating Market.
(Voorkant van de) Floating Market.



Riemer en Kari aan de Sint Anna Baai met op de achtergrond de Koningin Julianabrug, die toegang geeft tot het Schottegat.








Op vrijdag maar even boodschappen gedaan bij Appie. Gelukkig konden we zeer tot onze verrassing ons vrijdagse harinkje ook hier scoren.

Kwaliteit: een heel dikke 8!

In de afgelopen week hebben we dagelijks uitstapjes gemaakt om Curaçao te leren kennen. Ondanks, dat we hier in de regentijd zitten, viel het weer alleszins mee en konden we veel bekijken.

De kust van Curaçao is rotsachtig en wij hebben dan ook geen brede en lange zandstranden gezien. Wel zijn er veel baaien met kleine zandstranden, die veelal zijn aangelegd. Veel van deze strandjes zijn in particulier handen en worden bewaakt en je moet betalen om er te kunnen zijn. Naast deze strandjes zijn er ook nogal wat ressorts, die een veel grootschaliger karakter hebben.

Hier het strandje Vaarsenbaai, richting Bullenbaai. Ik heb me laten vertellen, dat het oorspronkelijk alleen voor de politiemedewerkers toegankelijk was.


Idem.









Op heel veel plaatsen echter, tref je gewoon de originele situatie aan. Zeg maar, het echte Curaçao, zoals het voor de kustbewoners zelf is en niet voor de toerist.

Strandje bij Boka Sint Michiel.





Maar voor de op echte luxe ingestelde toerist zijn er de ressorts. Hieronder een foto van het strand bij Blue Bay.

Deze ressorts bevatten hotels, appartementen, restaurant, bars, zwembad, etcetera.





Een zeer bekend en van vele kanten te ontwaren punt is de Tafelberg. Hier zien we de berg vanaf het Spaanse Water.








Eveneens aan de andere kant van het Spaanse Water ligt het ressort Santa Barbara Plantation. Hier gaat het niet zozeer om het strand, maar om de jachthaven en de golfbanen. Hoewel het eiland nu – in de regentijd – groen is, lijkt het mij moeilijk om de golfbanen de rest van het jaar mooi in conditie te houden wegens de enorme droogte.






De jachthaven van Santa Barbara (met Tafelberg).


En zo vreemd vind ik het niet, dat, als je over zoveel middelen van bestaan beschikt, dat je hier een mooi zeiljacht kunt neerleggen, je er dan maar gewoon vooruit komt, dat je verslaafd bent ……………... aan het leven.







Een ander zeer bekend ressort is Jan Thiel. Hier zien we de Zanzibar.



Eigenlijk vond ik het niet zo druk bij die ressorts. We hebben ook al een failliete gevonden, wel op een goddelijke plek, maar volledig leeggeplunderd.



Het koloniale verleden van Curaçao heeft natuurlijk zijn sporen nagelaten. Van de plantages, die overigens altijd een bescheiden omvang hebben gehad, is weinig meer over gebleven, toch koestert men de landhuizen zoals hier het Landhuis Ascension.

Landhuis Ascension

Een van de landhuizen die in prima staat verkeert is Landhuis Ascension uit 1672, genoemd naar een indiaans dorpje. Het ligt vijf kilometer voor het dorpje Barber aan de rechterzijde van de weg naar Westpunt. Het huis staat op een heuvel en biedt een fraai uitzicht over een landschap met zoutpannen en een baai. Het landhuis stond model voor het landhuis in het beroemde boek 'Mijn zuster de negerin' van de schrijver en staatsman Cola Debrot. Ascension is in 1965 door de koninklijke marine in gebruik genomen als vormingscentrum voor uitgezonden militairen. Iedere eerste zondag van de maand is het vrij toegankelijk voor publiek van 10.00 tot 14.00 uur. Dit 'open huis' heeft als doel de bevolking en toeristen kennis te laten maken met dit culturele erfgoed. Het is een dag met een oecumenische kerkdienst, een ontmoeting met koffie en mziek in de tuin en een rondleiding door het landhuis. In het landhuis zijn regelmatig exposities te zien van schilderijen en lokaal vervaardigd keramiek.

Het landhuis wordt op de andere dagen vooral gebruikt door de kustwacht, afdelingen van de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied en marinebasis Parera. Het is open op iedere eerste zondag van de maand en de toegang is gratis.






We hebben het landhuis afgelopen zondag bezocht. Er was een kleine fair van merendeels artistieke producten, je kon er een verfrissing gebruiken en het geheel werd met Curaçaose muziek opgeluisterd.

De producten waren op de overdekte galerij uitgestald.

Het kwartet.









Na het landhuis te hebben bezocht voerde onze tocht die dag naar Westpunt. We vonden daar het mooi op de rotsen gelegen restaurant “Playa Forti” .



Uitzicht vanaf het terras.



En het eten viel ook goed in de smaak.










Op de terugweg hebben we Boka Tabla aangedaan, een ruig kustgebied aan de noordwestelijke kant van het eiland. Bijzonder is daarbij de natuurlijke brug, waar de zee onder de rotsen doorspoelt.







De brug.








Onderweg naar de brug moet je een vallei oversteken, waar vele bezoekers hun naam met stenen schrijven. Dat kun je dan mooi van bovenaf bekijken. Riemer kon het niet laten om ook zijn bijdrage hieraan te leveren. Dat is natuurlijk niet voor de eeuwigheid, maar de onderstaande foto kan zeker de herinnering levend houden.





Tot zover maar weer dit epistel. Overmorgen gaan we alweer naar huis, maar ook het tweede deel van ons bezoek aan Curaçao zal ik jullie zeker niet onthouden.

Groeten van ons vieren,

Ties

Al mijn reisbrieven zijn te lezen op mijn blog:


www.quayonge.blogspot.com