M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

vrijdag 28 maart 2008

20080328 Monte Gordo

Monte Gordo, 28 maart 2008


Lieve en beste allemaal,


De tijd vliegt en er is al weer een week voorbij. Met veel onverholen leedvermaak hebben wij elke dag naar de weerberichten op de Nederlandse televisie gekeken, terwijl wij hier elke dag zon en een heerlijke temperatuur van zo rond de 20 gr. C. hebben. ’s Morgens is het wat frisser en heerlijk om een wandeling in de heuvels landinwaarts te maken. Als we de heuvels niet in willen, gaan we langs het strand lopen en dat is ook prachtig. We moeten er wel om denken niet te lui te worden, want de conditie moet worden onderhouden.

Toch begin ik al weer aan de terugreis te denken. Om hier wat serieuzere gedachten over te krijgen, moet het weer in Nederland echter wel verbeteren. Alvorens echt terug te gaan – wat we in principe wel in opeenvolgende dagelijkse etappes willen doen, willen we nog een paar dagen in Sevilla rondkijken. De vorige keer, dat we in deze contreien waren – drie jaar geleden – hebben we Cordoba bezocht. Deze plaatsen lenen zich er niet zo voor om in de zomer te bezoeken. Daarvoor wordt het er veel te warm.
In elk geval willen we uiterlijk 27 april weer in Harlingen zijn, maar het kan dus ook eerder worden. Het gegeven, dat Riemer 25 april jarig is, speelt hier ook in mee, al is Riemer bijna nooit thuis op zijn verjaardag en moeten we echt een afspraak maken om hem ook persoonlijk even te kunnen feliciteren.

We zitten hier aan zee – de Atlantische Oceaan – en dat betekent vis(sen). Ik dacht, dat ik deze foto al eens had gestuurd, maar voor de volledigheid doe ik het nog een keer. De zoutpannen hier vlakbij herbergen onder andere flamingo’s. In principe zijn deze pannen uitgeroepen tot natuurgebied, maar er wordt ook nog echt zout gewonnen. Er lopen een paar paden doorheen en het is echt prachtig om er eens te kijken. Als je het op de fiets doet, ben je al gauw zo’n 20 km onderweg. Vermoedelijk visten ze hier al eerder dan de mensen.







Er zijn langs de kust hier niet overal havens, maar in Tavira is een natuurlijke haven door de rivier, die er in zee stroomt. Er liggen vele vissersbootjes en de eigenaren houden van kleurtjes, zoals je ziet.


Monte Gordo daarentegen heeft geen haven. Er zijn wel veel vissersbootjes en ze worden met een tractor in zee en weer op het strand gebracht.


De bootjes liggen er gezellig bij met hun gekleurde vlaggetjes en hoog op het strand.


Als je geen boot hebt en toch wilt vissen, kun je altijd nog kokkels opvissen. Daar heb ik al eens wat over geschreven. Deze visser is bij laag water ver in zee gegaan. Daar kun je vermoedelijk toch nog de meeste kokkels vinden.


De vangst moet worden gesorteerd. Uiteraard moeten de lege schelpen eruit gehaald worden en ook de ongeschikte exemplaren. Deze foto toont het totale plaatje, zoals je dat veel langs het strand ziet: een fiets met een bakje, daarnaast de vangkorf met steel, een kleed om te sorteren en de vangst in een net. Tenslotte de meeuw, die op de afgevallen kokkels wacht. Nadat ik de foto had gemaakt, bleek mij, dat deze kokkelvisser maar één arm had. Een andere kokkelvisser maakte zich er druk over, dat ik deze man had gefotografeerd. De drukte begreep ik niet, want er worden veel foto’s gemaakt van de kokkelvissers. Misschien mag deze man niet vissen vanwege een uitkering. Wie zal het zeggen.


Het sorteren is een precies werkje.

Inmiddels hebben wij een keer in een restaurant gegeten en de kokkels geprobeerd. Ze zijn erg lekker in olie en knoflook klaargemaakt en ik at ze zoals je mosselen eet. Dat ging prima. Het bijgeleverde brood dipte ik in de olie. De sensatie van het eten van deze kokkels is te vergelijken met de sensatie van het eten van escargots. De Spaanse vrouwen, die later naast ons kwamen zitten, staken het schelpje in hun mond en beten de kokkel er gewoon uit. Kan ook natuurlijk, maar ik denk, dat ik mijn methode nog wel eens herhaal.
Als hoofdgerecht nam ik gegrilde sardines. Erg lekker, maar wel bewerkelijk. Een hoop gepluis dus. Hens had gepaneerde tongfilet, op de manier van de Algarve klaargemaakt. Ook lekker, maar een beetje teveel paneer. Toch prima gegeten in deze drukke tent in Monte Gordo. Ja, we gaan niet met de auto uit eten, want je mag hier niet met een borreltje op autorijden. 0 promille dus.

Niet alle vis belandt op het bord. Dat is natuurlijk maar goed ook. Dit exemplaar was te bezien op het strand. Ik denk, dat het een zeenaald is. Best groot wel, vergeleken met Nicky. Je ziet ze ook op de vismarkt. Nou ja, ze passen niet op mijn BBQ.

Gelukkig komt veel vis op de markt terecht. Het is echt een feest om er rond te kijken. Dit is de overdekte markt van Villa Real, 5 km van Monte Gordo. In Villa Real doen wij onze boodschappen, bij de Lidle en de Intermarché. Hier een mooi verzorgd tableau.


En een paar bijzondere exemplaren.


Tot zover maar weer dit berichtje uit Monte Gordo. Veel groeten, ook namens Hens.


Ties.