M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

zondag 26 augustus 2012

20120826 Normandië en Bretagne

Ste Marie-Plage, 26 augustus 2012

Lieve en beste allemaal,




Aan de kusten van Normandië wordt de Vrijheid geroemd, alsmede zij, die deze aan het einde van de 2e Wereldoorlog zo zwaar hebben bevochten op de Nazi’s. Als symbool van deze onafhankelijkheid van de tirannie wapperen hier overal de vlaggen van met name de USA en Frankrijk. Ik vind het prima, Frankrijk als bakermat van de vrijheid, de gelijkheid en de broederschap en de USA als grondlegger van de Declaration of Rights. “Beide republieken, “ zeg ik er nog maar bij. Denk daar maar even over na.
Het is natuurlijk ook geen toeval, dat het New Yorkse Vrijheidsbeeld een geschenk is van de Fransen aan Amerika.

Die vrijheid heeft een prijs. Niet eenmalig, maar voortdurend. Wie in vrijheid wil leven, zal altijd tot het gevecht bereid en dus ook in staat moeten zijn. Niet alleen tot het fysieke gevecht, zeker ook tot het geestelijke gevecht. Bereid zijn om op te staan en je mening te geven. Niet wijken voor intimidatie. Dat is de les van de Normandische stranden.

De prijs van de vrijheid is soms heel hoog en dat wordt in Normandië getoond. Het is aan ons, om die prijs niet voor niets betaald te laten zijn.

In deze tijd van zeer geavanceerde techniek is het dan ook gênant, dat sommige politieke partijen nieuwe wapensystemen, die noodzakelijk zijn om onze vrijheid te waarborgen, leuk, maar overbodig speelgoed voor onze militairen noemen. Dit is een belediging aan het adres van de mannen en vrouwen, die bereid zijn om hun leven op het spel te zetten voor onze vrijheid en een onderschatting van de technische knowhow van staten, die belang hebben bij uitbreiding van hun invloedssfeer.




Le prix de la Liberté – The price of Freedom:

Onder deze naam is een panoramische film gemaakt van circa 30 minuten, die is te bezichtigen in Arromanches-les-Bains. Hij biedt onder andere met authentieke beelden een snel en indrukwekkend beeld van de gebeurtenissen rond D-day.

Omaha Beach vanaf de meest westelijke punt.

Les Braves, beeld van Anilore Banon. De toelichting is: “I created this sculpture to honour the courage of these men: sons, husbands and fathers, who endangered and often sacrificed their lives in the hope of freeing the French people.”

Een kleine aantekening hierbij mag mijns inziens zijn, dat D-day niet alleen was bedoeld om Frankrijk te bevrijden.

Eveneens bij Omaha Beach is het Normandy American Cemetery and Memorial gelegen, dat meer dan 9300 graven telt van gevallen soldaten.
Op de dag van ons bezoek was het enigszins nevelig, zodanig, dat de achterste graven vervaagden. Dat mag niet gebeuren met de herinnering. Gelukkig wordt ook dit kerkhof goed bezocht en daarmee zal het besef van de inzet van de gesneuvelde soldaten voor de volgende generaties in stand blijven.


Normandy American Cemetery and Memorial.

Bayeux.


Stuw in de Aure met watermolen in het centrum van Bayeux.

Bayeux is een aardige stad. Wij bezochten hem om de wereldberoemde Tapisserie de Bayeux, een 70 m lang en 50 cm hoog borduurwerk van bijna 1000 jaar oud over de verovering van Engeland door Willem de Veroveraar, te bewonderen. Het wordt ook wel aangeduid als de Tapisserie de la Reine Mathilde, Willems echtgenote. Zij heeft echter geen aandeel in de totstandkoming gehad.


Het Centre Guillaume-le-Conquérant, waar onder andere de Tapisserie is te bezichtigen.

Sainte-Mère-Église

Wie de film “The Longest Day” heeft gezien, zal zich ongetwijfeld die arme parachutist herinneren, die aan de kerktoren in Sainte-Mère-Église is blijven hangen. Die kerk, die kerktoren wilde ik zien. Het was “schokkend” om te moeten constateren, dat die parachutist er nog steeds hangt en nu wel in behoorlijk gemummificeerde staat.
De toren met de parachutist.

Het is een oude kerk en eerlijk gezegd verwachtte ik niet zoveel van het interieur. Maar het was alleraardigst en bevatte leuke elementen. Wel naar binnen gaan dus.
Ook de glas-in-lood-ramen waren mooi en fris van kleur. Ik probeer er altijd wel een foto van te maken, maar het resultaat is meestal niet voor publicatie vatbaar. Deze keer wel. Met name deze bleek aardig nieuw:

Thema: Madonna en parachutisten.

Utah Beach ligt dichtbij Sainte-Mère-Église. Daar hebben we dus ook even gekeken.
Hier is een makkelijk te bereiken strandje met lage duinen. De troepen, die hier landden, kwamen 2 kilometer zuidelijker uit, dan de bedoeling was. De weerstand was minimaal en hier hadden de invasietroepen dus geluk.




Het strandje van Utah Beach.

Intermezzo.

A hole in one.


Is het geluk, is het kunde, is het ervaring, is het inzicht: a hole in one kan in ieder geval ook de beste golfer maar zeer, zeer, zeer sporadisch scoren.

Ten eerste moet hij zeer goed zicht op het doel hebben: de richting en elevatie moeten goed aangevoeld worden. Verder moet het materiaal in orde zijn. Geschikt voor de prestatie, zwaar genoeg om de afstand te overbruggen, om de weerstanden onderweg te trotseren. De belemmeringen moeten bekend zijn en ingecalculeerd worden: de windrichting en –kracht, de glooiing van het terrein en de verwachte rolweerstand van de bal. Tenslotte moet de techniek van de swing helemaal in orde zijn, de voeten goed geplaatst, de handen perfect om de club, de zwaai precies op maat en met de juiste kracht en tenslotte het laatste deel van de slag, de doorzwaai.
En als dat allemaal goed is, dan heeft de golfer een heel klein kansje op een hole in one.

En zo is het ook met het plaatsen van de satellietschotel.
Wie wel eens op een camping staat, kent ongetwijfeld het schier oneindige, irritante gepiep van de satfinders. Drukdoende mannen, die nog even voor het begin van die allesbeslissende voetbalwedstrijd hun TV aan de praat proberen te krijgen, vaak met behulp van goedwillende buurmannen. Want techniek is des mannen. Ik heb nog nooit een vrouw een satellietschotel zien installeren.
Deze mannen verplaatsen dus veelvuldig hun schotel om een vrij “schootsveld” naar de satelliet te hebben, draaien de schotel steeds maar heen en weer in het horizontale en verticale vlak om maar goed bij de satelliet uit te komen en beeld en geluid in de caravan of camper tevoorschijn te toveren. Want een graadje te links of te rechts of te hoog of te laag en je hebt geen beeld. En die satfinder maar piepen!
Vaak kunnen ze pas rustig van de tweede helft gaan genieten.

Ooit heb ik naast een niet geheel onbemiddelde medekampeerder gestaan met een gigantische camper. Hij had een vaste schotelinstallatie op het dak van zijn voertuig gemonteerd, voorzien van een automaat, die volkomen zelfstandig de beste positie ten opzichte van de satelliet kon vinden. Tientallen minuten lang bewoog de schotel op en neer en heen en weer en draaide, dat het een lieve lust was. Maar beeld: ho maar. De eigenaar, die dit alles - rustig van zijn onafscheidelijke sigaartje genietend – bekeek, bezwoer mij: “Zij doet alles voor mij: ze buigt, knikt en maakt pirouettes.” Maar geen beeld dus.

Het komt er feitelijk op neer, dat je met het opstellen van de schotelantenne bijna altijd wel een tijdje bezig bent om de juiste positie te vinden voor de ontvangst, net zoals je voor het putten van het balletje meestal wel een tijdje bezig bent om het daarvoor in de juiste positie te krijgen.

Omdat je de satelliet natuurlijk niet kunt zien, kijk ik zelf wel altijd even rond op de camping, hoe anderen hun schotel hebben opgesteld. Daarmee krijg ik wel een beeld, hoe ik mijn schotel ongeveer neer moet zetten. Uit het voorgaande moge blijken, dat je er daarmee vaak nog lang niet bent. De precisieafstelling moet dan nog wel plaatsvinden.

Maar eergisteren, in St. Palais, toen ik de schotel had opgesteld om de satelliet te gaan zoeken – en dan zet je hem natuurlijk wel zo goed mogelijk in de door jou veronderstelde juiste positie – en ik de decoder en TV aanzette, toen had ik meteen beeld en geluid. En dat noem ik ook: A HOLE IN ONE! Iedere kampeerder met een schotel zal dat beamen.
Maar het kan nog uitzonderlijker. Want toen ik gisteren op de camping in Ste. Marie-Plage opnieuw de schotel ging installeren, had ik alweer meteen beeld en geluid. Tweemaal achtereen a hole in one.


A hole in one!

Ik geloof, dat ik maar weer eens aan de lotto mee ga doen.


Mont-Saint-Michel.

Dat de (vermoede daden van de eveneens vermoede) aartsengel Michaël tot de verbeelding van vele Roomse kerkbestuurders en gelovigen hebben gesproken, mag blijken uit het grote aantal Michaëlkerken. Mont-Saint-Michel is er één van, maar een wel heel bijzondere. De totstandkoming is vooral werk van een kloosterorde.
Tegenwoordig wordt de berg door 50 mensen bewoond.
Voor de bezoekers is er een gigantisch parkeerterrein aangelegd aan de vaste wal. Met een gratis shuttle-bus worden de bezoekers naar de berg gebracht en weer terug.
Er zijn geen liften en alles moet dus te voet. Op onderstaande foto staat Hens nog op het dijkje, Ze is met moed, beleid en doorzettingsvermogen op eigen kracht helemaal boven bij de kerk gekomen. Het was de moeite waard.


De stadspoort.


Grande Rue (winkeltjes, horeca, musea).







Bovenop de kerktoren een beeld van Michaël.

Kerk- en kloosterbebouwing.

Interieur van de kerk.

Kloosterhof.


De crypte van de dikke pilaren. Deze steunen de kerk!


Saint-Malo.

Voormalig piratennest en middeleeuwse vrijbuiterstad.
“Het” boekje zegt, dat je er tenminste de wandeling over de stadsmuren van de oude stad moet maken (2 km in ongeveer een uur).
Dat hebben we dan maar gedaan en het was prachtig. De onderstaande foto’s tonen wat beelden zonder verder commentaar.










Man, die mij steeds hinderlijk voor de voeten liep ……



















Met een goed gevoel hebben we deze stad verlaten en zijn we naar een mooi uitzichtspunt gegaan: Pointe de Grouin.
Daar hebben we op een fraai gelegen terras geluncht. Het was ons afscheid van Bretagne.

Gisteren zijn we neergestreken op een ons bekende camping in Ste. Marie-Plage, vlak bij Perpignan. Wij willen nu een paar weken genieten van het mooie weer en de warme zee. De Fransen beginnen van de camping te vertrekken. Over een week zal het weer een stuk rustiger zijn. Dat vinden oudere mensen – zoals wij – wel prettig. Bovendien worden de tarieven dan ook weer wat draaglijker.

Altijd eten bestellen, dat mooi bij je shirtje kleurt! Hier St. Jaques met rivierkreeften.


Tot zover deze brief.

Wij doen jullie weer de hartelijke groeten,

Ties.

Al mijn reisbrieven zijn te lezen op mijn blog:
www.quayonge.blogspot.com


zaterdag 18 augustus 2012

20120818 Gent en Veules Les Roses

Étréham, 18 augustus 2012

Lieve en beste allemaal,

Het is er verleden jaar niet van gekomen om Normandië en Bretagne te bezoeken. Dat lag aan het niet al te fraaie weer. Gelukkig is het dit jaar anders, althans nu. Het weer is hier prima en ook voor de komende week ziet het er goed uit. De eerste kennismaking met Normandië zit er inmiddels op. We staan er nu op de tweede camping en die ligt in de nabijheid van het landingsgebied van de geallieerden op D-day. De komende paar dagen wijden we dan ook even aan het serieuze werk. Niet, dat we alles in één keer willen zien. Er moet ook wat overblijven voor later, terwijl we ook nu onze reis in een ontspannen sfeer willen maken.

Verder moeten we half september weer terug zijn in verband met het vervangen van het tweede heupgewricht van Hens door een prothese. Ze kijkt daar erg naar uit, mede door het voorspoedige herstel na de eerste operatie. Het is zelfs nu al weer mogelijk om een uurtje te wandelen en daarbij zo’n vier à vijf kilometer te overbruggen. Het blijft wel zaak om de boel niet te forceren.

Op onze weg naar Normandië hebben we een tussenstop gemaakt in de meest Nederlandse stad van België:

Gent!

We zijn daar de zondag, 12 augustus, overgebleven. Elke zondag wordt in
Gent de bloemenmarkt gehouden en wel op de Kouter, een groot plein in de binnenstad bovenop een parkeergarage. Maar gezellig hoor, vooral omdat ’s zomers een orkest met vrolijke klanken de sfeer verhoogt.

Een paar bloemenstallen:







Het verdere historisch centrum.




De Sint-Baafs-Kathedraal.

Het Sint-Baafs-plein met rechts de Koninklijke Nederlandse Schouwburg (ook wel Gentse Stadstheater), rechtvoor de Lakenhalle met Belfort (toren) en links daarachter de Sint-Niklaaskerk.

Interieur van de Sint-Baafs-Kathedraal

Hoewel de Sint-Baafs-Kathedraal om zichzelf al een bezoekje waard is, is er nog een andere, betere, hogere zo je wilt, reden om hem te bezoeken: het bewonderen van het topschilderwerk uit de Middeleeuwen, genaamd De Aanbidding Van Het Lam Gods, een altaarstuk van Hubert en Jan van Eyck uit 1432.
De toegang hebben we wel gevonden, maar ……………

…………gesloten (#!@*&%!).


En soms geloof je je ogen niet. Ik heb in hetzelfde dorp gewoond als Pier Donia, de tot held verheven Friese boer en zeerover uit de Middeleeuwen, beroemd door de afmeting van het door hem gehanteerde zwaard: twee meter. Het is te bewonderen in het Fries Museum.
Maar nu zag ik een zwaard van - naar mij na enig speurwerk bleek – wel zeven meter. Gelukkig was het niet in de strijd gehanteerd door het kwadraat van Pier, maar bleek het de uitvoering van een ludiek idee van een kunstenaar te zijn om de expositie in de St. Baafs-kathedraal op te leuken. Onze door Anne Woudwijk vereeuwigde kultfries blijft dus de baas.

Het zwaard.

En als je al dat fraais hebt gezien, is een verdere verkenning van de stad zeker aan te bevelen. Wij doen dat nu dus met mate, maar tijdens de verder niet al te lange wandeling heb ik nog een paar mooie plaatjes kunnen schieten van de kades van de Leie. Gezellig, hoor.



Kraanlei.

Graslei.

Intermezzo.

“Warm en koud.”

Toen wij op de camping in Gent aankwamen, werden wij door de Engelse overbuurman meteen gewaarschuwd voor het feit, dat de stroom het niet deed. Hij had al wel de receptie gewaarschuwd.
Na verloop van tijd controleerden wij zo nu en dan over en weer bij elkaar, of het euvel al was verholpen.
De buurman zat verder heel genoeglijk met een medelander te kouten onder het genot van enig bier.
Dit ontlokte na uurtje of twee wachten op stroom bij mij wel de vraag in de richting van de Engelsen, of het bier onderhand ook warm was geworden.
“Ja,” was het antwoord: “……… en het eten koud!”



Veules Les Roses

Je hebt Volendam, Marken en Orvelte, maar je hebt ook Veules Les Roses. Wat is dit een schitterend dorpje van onverwachte en mooi bewaarde schoonheid.

Het was ook in Veules Les Roses, dat wij onze eerste indrukken opdeden van de Normandische kust. Een kliffenkust. Het Franse woord voor klif is falaise en dat leer je daar gauw. Ook hier krijtrotsen en het zijn dus net als aan de andere kant van Het Kanaal gewoon “white cliffs” .

De volgende drie foto’s geven het beeld, dat wij op de eerste avond bij de wandeling vanaf de camping zagen.












En nu de volgende dag bij laag water.

De kliffenkust is niet overal even hoog. Zo nu en dan treedt er een depressie op en het is juist daar, waar de dorpen en steden zijn ontstaan, vaak ook aan een rivier.
Maar in Veules Les Roses is de geschiedenis nog veel begrijpelijker en romantischer.
Het dorp schijnt al in de vierde eeuw na de jaartelling te zijn ontstaan in zo’n depressie aan de kustlijn, waar tegelijk een riviertje stroomde: nu La Veules genoemd. Het ontspringt 1100 m landinwaarts uit een bron.
De naam Veules zou een Angelsaksische oorsprong hebben en zijn ontstaan uit het - ook ons - woord voor bron: wel(l).




…… de kleinste rivier van Frankrijk ………… 1100 m.

Er is een wandeling langs bezienswaardigheden in het dorpje uitgezet van ongeveer vier kilometer met een keurige uitleg in een folder van het lokale toeristische bureau. (Bijna) alles ziet er uitstekend onderhouden uit met mooi aangelegd groen.

Dit gebouw werd aan het eind van de 18e eeuw gebruikt voor het weven, een belangrijke industrietak in die tijd.



Bijna onmiddellijk na de oorsprong is de bedding van La Veules relatief breed en ondiep. Men cultiveert er witte waterkers.

Witte waterkersbedden (cressonnières).

Langs de korte loop vallen er meerdere watermolens te bewonderen, die keurig zijn gerestaureerd en draaien.

Nog meer witte waterkers en een watermolen.









Eén van de vele te bewonderen vakwerkhuizen.

Dit huis staat op een eiland, waar de gesplitste stroom omheen gaat.


Nog meer mooie vakwerkbouw.


Inmiddels is de rivier hier versmald tot een paar meter.


Le Moulin Anquetil.


Le Moulin des Aïeux. Men produceerde hier raapolie en tarwebloem. De authentieke techniek in het gebouw is nog steeds aanwezig.


Les Pucheux (in Friesland zouden we het “stappen” noemen). De bevolking kon hier water halen en de was doen.



Binnenplaats van een winkel met toeristische artikelen.

“Huisje van Plezier” en wie verschalkt nu wie weer hier?

De zeezijde kent geen zandstrand bij hoog water, maar slechts een een paar meter brede strook met grof grind. Niet om op te lopen of te liggen. Daarom recreëert men in Veules Les Roses in een kunstmatige zwembad aan de boulevard.

Over de invasiestranden hoop ik jullie de volgende keer meer te berichten.

Het gaat goed met ons en wij hopen met jullie ook. Ontvang inmiddels de hartelijke groeten van Hens en

Ties.


Al mijn reisbrieven zijn te lezen op mijn blog:
www.quayonge.blogspot.com