M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

zaterdag 5 februari 2011

20110205 Monte Gordo

Monte Gordo, 5 februari 2011

Lieve en beste allemaal,

Het motto is vandaag: “Iedere dag een beetje beter!”

De reis.

We zijn twee weken geleden vertrokken uit Harlingen, maar het is niet zonder reden, dat ik jullie pas vandaag mijn eerste reisbrief schrijf. Mijn gezondheid liet te wensen over en ik was daardoor niet fit genoeg om met plezier een briefje aan jullie in elkaar te draaien.
De val in het verijsde bos vlak voor de jaarwisseling heeft mij een paar gekneusde ribben opgeleverd en mij tot eind vorige week veel pijn bezorgd. Zo veel, dat ik op de reisdagen naar Portugal ’s morgens toch nog even een paar paracetamolletjes innam. Bovendien werd ik door een behoorlijk zware verkoudheid geplaagd, die vermoedelijk is ontstaan, omdat ik het hoesten onderdrukte. Dit alles was een aanslag op mijn conditie en dit nog afgezien van het feit, dat hoesten en niezen met gekneusde ribben een ernstige vorm van onvrijwillige zelfkastijding is. Dat kun je natuurlijk niet gebruiken als je vier dagen achtereen om 6 uur moet opstaan om zo’n 600 km met de caravan te reizen.

Verder was het erg koud: Parijs 4˚ en ’s nachts rond 0˚, Bordeaux 4˚ en ’s nachts -4˚ en Valladolid 6˚ en ’s nachts -6˚ C.
Toch geschiedde het wonder weer op 25 januari. In Valladolid was het ‘s ochtends om 08.00 uur dus min 6˚ C. Toen we ’s middags 8 uren en ruim 600 km later in Dos Hermanas bij Sevilla aankwamen was het plus 15˚ C. Niet extreem warm natuurlijk en toch wel wat gewoner dan 3 jaar geleden, toen de mensen hier in badkleding buiten zaten, maar duidelijk een ander klimaat. De trui kon wel uit bij het neerzetten van de caravan en daarna konden we nog even op ons gemak genieten van het buiten zitten.

Het kacheltje hebben we in Sevilla maar sporadisch aangezet. In Monte Gordo werd op woensdag nogal regenachtig weer verwacht en we besloten dan ook om een dag langer in Sevilla te blijven, zodat we in Portugal niet door het weer zouden worden gehinderd bij het neerzetten van de caravan. We zijn Sevilla niet in geweest – dat hadden we twee jaar geleden al gedaan – maar we hebben heerlijk de ruimte genomen om uit te rusten van de vermoeiende reis. Lekker uitslapen en verder niets.
De laatste 140 km naar Monte Gordo werden dus op donderdag afgelegd. Na het gebruikelijke caravanwassen in Vila Real zijn we naar de camping gereden. Het is altijd spannend of je een goede plek kunt vinden, want deze camping heeft geen vaste plaatsen. Je moet tussen de bomen maar een plek zien te vinden, waar je goed uit de voeten kunt. Wij zijn gelukkig met onze plaats. De eerste twee dagen regende het nog, zodat we pas ’s zaterdags onze voortent hebben opgezet. Vandaag – na de was gedaan te hebben – zag onze plaats er zó uit:


Maar wat nog veel beter kan, is de temperatuur. De vorige twee keren, dat we hier het voorjaar opzochten, hebben we bijvoorbeeld nooit de kachel hoeven te gebruiken. Maar nu hebben we elke dag de kachel aangehad en ’s nachts zelfs de hele nacht. Het is hier ’s nachts maar 4˚ C! Gelukkig wordt het overdag al wat warmer, maar de eerste dagen kwam de temperatuur hier niet boven de 13˚ uit. Nu gelukkig alweer zo’n 17˚ à 18˚. De verwachting is, dat het ’s nachts ook weer wat warmer wordt: richting 10˚.

Activiteiten.

Gelukkig is ook mijn borstkas alweer behoorlijk genezen en het hoesten doet geen pijn meer. Daarmee kon ook de verkoudheid genezen en wordt ook de zuurstofopname weer beter. Helaas is deze nog niet helemaal op het niveau van voor de val, maar ik heb het gevoel, dat dat niet lang meer duurt.

We zijn dus weer volop aan het bewegen en na een paar keren langs het strand te hebben gelopen, hebben we de wandeling bij Azinhal (7 km op en neer) weer aangepakt. Dat is die wandeling van die bloeiende amandelboompjes en het fantastische uitzicht over de Rio Guadiana. Gisteren zag dat er zo uit:



En als je dan zo’n wandeling hebt gemaakt, is het heerlijk om voor minder dan een euro per consumptie even uit te blazen op een terrasje aan diezelfde rivier in Vila Real.


De nicht.

Het is een merkwaardig verschijnsel, dat mensen, die in de herfst van hun leven zijn aangeland – ik noem het zelf liever een mooie nazomer – en die er dus bijna niet meer zijn, plotseling veel belangstelling krijgen voor hun afstamming en de wat verdere familie. Zelf houd ik het er maar op, dat je er na je werkzame leven en het opvoeden van de kinderen de tijd voor hebt.
Zo ben ik bezig om in de aanstaande zomer de kleinkinderen van mijn opa en oma Wierda op een dag in Appelscha bijeen te brengen. De (hernieuwde) contacten, die ik hierdoor heb gelegd, leerden mij onder andere, dat mijn nicht Johanna ook ieder voorjaar in Portugal is te vinden. Natuurlijk heb ik haar gebeld om een bezoekje te brengen. Zij huurt een appartement in Praia da Roche (bij Portimão). Dat is dichterbij dan Waddinxveen in Nederland en dus zijn we deze week naar haar toe geweest. Lekker bijgepraat, gezellig terrasjes bezocht, de zeekant goed bekeken en lekker geluncht.

Hens, Gerrit en Johanna.

De campers.

Er zijn van die beroepen, waar je ook privé een heleboel plezier van kunt hebben. Allemaal van die dingen in de sfeer van: Wie appelen vaart, die appelen eet. Boer is daar één van, maar ook ben ik altijd jaloers geweest op families, waar timmerlieden, metselaars, electriciëns en loodgieters deel van uitmaken. Lekker handig om je eigen huis te bouwen of op zijn minst om het eens goed op te knappen. Ik heb trouwens persoonlijk mogen ervaren, dat ook een architect heel handig is.
Maar wat te denken van een carrosseriebouwer………………………………….



Het kan ook iets bescheidener, hoor ……..



De toename van het aantal campers is overigens opvallend. Wij vonden de camping al niet zo vol als de vorige keren, maar je komt die campers in toenemende mate juist buiten de campings tegen. En allemaal dus op plaatsen, waar je niet hoeft te betalen. In datzelfde Vila Real kon ik het volgende plaatje schieten op het oude spoorwegemplacement aan de rivier.

Ik weet nog wel een nieuwe bron van inkomsten voor de gemeente hier.

De beleving.

Kortom, het gaat wel weer goed en iedere dag een beetje beter. Ook al heeft het hier veel geregend – dit is overigens een zegen, want de stuwmeren staan hier voor het eerst sinds vele jaren weer boordevol – het is toch voorjaar! In de plassen ontstaat het nieuwe leven ……



en als je echt inzoomt op het voorjaar – die focus, weten jullie nog? – dan zie je plotseling in een verborgen hoekje aan het strand deze plant ………….


Veel groeten uit de Algarve, ook van Hens natuurlijk,

Ties