M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

zondag 27 maart 2011

20110327 Monte Gordo

Monte Gordo, 27 maart 2011

Lieve en beste allemaal,


Dit zal één van de laatste, zo niet de laatste brief zijn uit Portugal. De lange termijn weersverwachting voor West-Europa ziet er prachtig uit en voor het echte overwinteren is er dan de komende weken eigenlijk ook geen reden meer. Het ziet er zelfs zo goed uit, dat we overwegen om niet in opeenvolgende etappes naar Harlingen te rijden, maar om ook nog even wat rond te kijken onderweg. Riemer en Kari hebben hun vertrek voor hun wereldreis uitgesteld tot 23 april a.s., omdat Kari nog een hernieuwde poging wil wagen om haar rijbewijs te halen. Er is dus ruimte om wat later terug te keren, dan aanvankelijk de bedoeling was.
Niettemin willen we hier ook nog wel wat langer genieten van het mooie zomerweer. Hens moet dan wel genezen van haar buikloop. Ze heeft er ook echt buikpijn bij en het duurt nu al een etmaal. Hopelijk is het gauw over (en ben ik niet de volgende patiënt, zoals we in omgekeerde volgorde al eens in Kopenhagen hebben meegemaakt).
Peter en Paula zijn overigens de afgelopen vrijdag ook op de camping aangekomen na hun rondreis door Marokko. Zij hopen hier ongeveer een weekje te blijven. Helaas kon de voor vandaag geplande gezamenlijke activiteit dus niet doorgaan.


Door de harde wind spoelt er nog wel eens wat aan. Hier een boei voor de visnetten.

Jullie weten zo langzamerhand wel, dat er voor en langs de kust een rij zandbanken ligt, die bedekt zijn met duintjes en die ook wel bewoond zijn. Daarachter is tot de kust dan weer water, een soort wad, maar dan veel smaller. Dit hele gebied is aangewezen als nationaal park met de naam Parque Natural da Ria Formosa. Men tracht er de cultuur- en natuur-historische kanten van het gebied te bewaren in vooral openluchtmusea-achtige voorzieningen. Wij vinden het altijd wel leuk om in dergelijke voorzieningen rond te kijken, al valt het gebodene vaak tegen. We kennen dit verschijnsel ook uit Scandinavië. Helaas slaagt men er in Portugal ook niet goed in om de opgebouwde voorziening in stand te houden. Het is nog niet klaar, of het verval slaat al weer toe, terwijl er zo op het oog toch voldoende mensen rondlopen om onderhoud te plegen, al was het maar om even het gras te maaien.
Even ten oosten van Olhão (spreek uit oljouw) is het informatiecentrum gevestigd. Ronduit oude troep. Zo beloofde de folder onder andere een kennel met Portugese waterhonden (Cao de Agua), een oud door vissers gebruikt ras met bijzondere fysieke kenmerken, zoals zwemvliezen. Maar de kennel was “tijdelijk” buiten werking. Wel aardig was dan weer een gerestaureerde getijdenmolen. Deze getijdenmolen werd tot in de jaren 70 van de vorige eeuw gebruikt voor het malen van graan.
Exterieur van de getijdenmolen met op de voorgrond het bassin.


Interieur met molenstenen.

Ook in dit informatiecentrum deze prachtige, laat ik hem maar “paarse brem” noemen. Ongetwijfeld hoor ik van Cisca dan wel weer de echte naam van deze bijzondere struik.




Wij zijn vorige week weer naar Isla Canela (Spanje) geweest op de fiets. Met de Campino voeren wij over naar Ayamonte. De Campino is niet meer de jongste en dat weet de bemanning ook, gelet op het bidprentje in de machinekamer.







Intermezzo.

“Speel je ook golf?” vroeg de man.

Toen ik van de Engelse kapster terugreed naar de camping, kreeg ik op het dashboarddisplay de melding, dat er een dimlicht kapot was. Het was een uur of vier en er restte voldoende tijd om nog even actie te ondernemen.
In vreemde oorden consulteer ik dan altijd onze Gurbe om een goed adresje te vinden. Gurbe is de opvolger van Lolkje, in niet Friese streken vaak “Truus” genoemd. Uit de aangeboden twee adressen koos ik een door Gurbe aangegeven Renault-dealer in Vila Real. Het adres was snel gevonden. De man wilde mij wel helpen, maar ik moest tien minuten geduld hebben, omdat hij de klus, waarmee hij nog doende was, even af moest maken.
Sinds ik Volvo rijd, laat ik de lampjes altijd vervangen door de dealer. Het is te lastig geworden om zo’n autolampje te vervangen. Bij onze 2-CV’s was het een fluitje van een cent en bij de opvolgers ging het ook nog prima, maar sinds wij Volvo rijden ……….
Het vervangen van een lampje is bij de Volvo-dealer in Nederland overigens service van de zaak. Kost niks!! Misschien ook al om de klant niet te confronteren met de lastige kanten van het merk.

“Rijd maar even naar binnen,” zei de man. Aldus geschiedde en hij ging aan de slag. Gelukkig sprak hij voldoende Engels om een gesprekje te kunnen voeren.
“Ja,” zei ik, “ik vind het maar lastig tegenwoordig om zo’n lampje te vervangen.”
“Oh, dit is nog niets,” zei hij, “ er is een model Renault, waar het drie uren duurt om een lampje te vervangen. Je moet dan het hele front er voor weg bouwen, het lampje vervangen en daarna het hele front weer monteren. Als ik de rekening presenteer, denken de mensen, dat ik ze oplicht. Ik moet het ze heel duidelijk van te voren vertellen, anders krijg ik ruzie met de klant. Maar waarschijnlijk heeft de fabriek het zo bedacht om de dealers aan het werk te houden.”

Na een minuut of vijf was de klus geklaard.
“Speel je ook golf?” vroeg de man.
“Neen, dat niet. Hoe zo?”
“Nou, bij mensen, die golf spelen, durf ik altijd wel wat meer te vragen. Maar in dit geval bereken ik alleen het lampje. Doe maar € 15,90.”

Bij het afscheid nemen gaf hij nog aan, dat ik altijd weer bij hem kon aankloppen en dat ik ook anderen wel naar hem kon verwijzen.

Nou graag hoor, hij heeft me prima en netjes geholpen. En met humor …..

Verdere activiteiten.

Natuurlijk hebben we ook weer veel gewandeld en ook veel heuvel op en heuvel af. Na dat heuvel af, moet je meestal een rivier(tje) oversteken en de ene keer is dat makkelijker dan de andere keer. Vooral omdat het veel heeft geregend stroomt er veel water door de riveren. Soms moet je kniediep door het snelstromende water waden. Dan heb je dus de schoenen uitgetrokken en loop je voorzichtig over de (grind)stenen in de bedding. Onze Nicky, die nu juist het tegenovergestelde is van een waterhond, is zeer tegen haar zin wel gedwongen om het water in te gaan en zelfs te gaan zwemmen, want vaste grond is er dan zeker niet meer. Wij moeten haar hier wel zeer toe aanmoedigen trouwens. Maar volgens Midas Dekkers is het enige, wat een hond wil, “meegaan” en dat bewijst Nicky dan ook door moedig over te steken.

De wandelingen voeren veel over min of meer onverharde, maar wel van een rotsachtige bodem voorziene, wegen. Er zijn dan vaak geen bruggen, maar de rivieroversteken zijn wel van een betonnen wegdek voorzien. Soms is er ook aan de voetgangers gedacht, zoals op onderstaande foto is te zien.


Aan het eind van een lange wandeling voert het pad in de buurt van Laranjeiras van een paar honderd meter hoogte met een fantastisch uitzicht over de Rio Guadiana snel naar rivierniveau om door een prachtige olijfgaard te voeren, die langs de rivier ligt.





Met mooi weer is het altijd prachtig om even naar het eiland Culatra te gaan. De (onderstaande) veerboot vertrekt vanuit Olhão en doet er ongeveer 25 minuten over, afhankelijk van het tij. Kosten enkele reis € 1,70 per persoon.




Het verdient aanbeveling om het zo uit te zoeken, dat het zoveel mogelijk laag water is overdag. Onderweg zie je dan de drooggevallen platen, waarop de kokkelvissers hun culturen onderhouden. Bij hoog water zie je deze platen dus helemaal niet meer.


Wij hadden besloten om bij de eerste stop bij het gelijknamige dorpje Culatra af te stappen en over het strand te lopen naar de tweede stop bij Farol. Volgens onze buurman was er een goed restaurant bij de vuurtoren. Dat restaurant vonden wij, maar vonden wij ook ongezellig en het uitzicht was niet fraai. Dan maar weer terug lopen naar Culatra en lekker eten bij hetzelfde restaurant van twee jaar geleden. Het was weer fantastisch. Hopelijk kan onderstaande foto jullie overtuigen van ons gelijk.




Nederland ligt “veilig” achter hoge dijken en duinen. Dat is om de stormvloeden te kunnen keren. Het bevreemdt mij steeds weer, dat dat kennelijk niet nodig is in Portugal. Iemand moet mij dat eens uitleggen. Je zit hier toch aan een heel grote oceaan en het stormt hier ook wel eens. Waarom komt het water dan niet gevaarlijk omhoog bij bepaalde windrichtingen, zoals bij ons? Hieronder twee foto’s van de kaden bij hoog water. Geen storm verder, maar je hebt niets over voor bijzondere waterstanden.

Hoog water in Ayamonte.




Hoog water op “het wad” tussen Olhão en Culatra.

Graag gaan wij ook altijd even naar het Praia do Barril op het eiland van Tavira bij het plaatsje met de romantisch klinkende naam “Santa Luzia”. Het strand bereik je met een korte wandeling van ruim een kilometer, die begint met de oversteek over een drijvende loopbrug over een brede slenk. Bij het strand aangekomen zie je een leuke uitspanning met een mooi terras. Een bijzonderheid ter plaatse is het Ankerkerkhof.

Nog een paar stormen en de eerste ankers liggen weer op de zeebodem.



Ook op het Ilha de Tavira staat de Mimosa in volle bloei. Op de achtergrond de witte bebouwing van Santa Luzia.


Zelf hebben wij een boot gehad, die wij “Quayonge” hebben genoemd. Maar met “qu-“ kun je dus nog veel meer woorden vormen.

In Monte Gordo.


Hens meldde zonet, dat de buikpijn al weer afnam, maar dat er wel een vervelende hoofdpijn voor in de plaats kwam. Toch maar even aan de paracetamol. Zou het een griep zijn? Ze is er dus nog niet, maar in ieder geval laat ze jullie de groeten doen. Begin ik ook al buikpijn te krijgen, of verbeeld ik me dat maar?

Misschien komt er dus nog een briefje en misschien niet. Ook van mij heel veel groeten.

Ties

dinsdag 8 maart 2011

20110308 Monte Gordo

Monte Gordo, 8 maart 2011

Lieve en beste allemaal,


Strand bij Monte Gordo.


Hens en ik hebben elkaar leren kennen op 1 maart 1963 op een schoolavond in Oosterwolde en wij hebben ons op 1 maart 1968 verloofd. 1 maart is dus onze dag en we hebben besloten om vorige week dinsdag dan ook weer een mooi gezamenlijk hoogtepunt te beleven. Daarvoor ga je hier naar Monchique, een bergplaats in de westelijke Algarve, 24 km ten noorden van Portimão. 8 km ten westen van Monchique vinden we dan op 902 m hoogte de top van de Fóia, het hoogste punt van de Serra de Monchique, van waaruit je bij goed weer het meest adembenemende uitzicht van de Algarve hebt.

Uitzicht van de Fóia naar het zuidwesten.

Monchique zelf viel tegen, maar het wat lager gelegen Caldas de Monchique was zeer romantisch. Het is een plaatsje met geneeskrachtige thermen, waar de Romijnen al weg van waren. Wij ook:

Zo maar op je 44e verlovingsdag je kunnen laten vereeuwigen bij de Fonte Dos Amores (Bron van de  Geliefden).

Het uit de berg stromende water is keurig ingebed in een mooi en romantisch parkje, waar ook bovenstaande bron deel van uitmaakt.

Bronwaterstroom in Caldas de Monchique.
Bruggetje over het stroompje.

Nog een paar plaatjes uit Caldas de Monchique zonder verder commentaar.






Intermezzo

Poortjes.

Het Orwell-jaar 1984 ligt al weer bijna een generatie achter ons. George Orwell {pseudoniem voor Eric Arthur Blair, (Motihari (India), 25 juni 1903 - Londen, 21 januari 1950)} schreef in 1949 - !!! - zijn beroemde boek “1984”, waarin hij de bekende slogan “Big Brother is watching you” lanceerde en waarin hij het spookbeeld van een alles registrerende en totalitaire overheid voorspelde, die de burgers van elke privacy zou beroven. In 1984 zou het dus zover zijn.
Toen we echt in dat jaar waren aangeland, dachten we nog, dat het allemaal wel meeviel, maar ondertussen weten we beter. En inderdaad blijkt de grote broer niet de grote beschermer te zijn, maar veeleer een verstikkende toezichthouder. Het over ons “watchen” betekent hier dus niet “over ons waken”, maar “ons gedrag in de gaten houden”. In die zin is de voorspelling van Orwell wel uitgekomen.
De overheid heeft tegenwoordig vele mogelijkheden om iemands gangen na te gaan. Zo ben je alleen al volledig te traceren, als je je mobieltje meeneemt. Je kunt hem natuurlijk uitzetten, maar zo gauw je hem weer aanzet, wordt je verblijfplaats weer geregistreerd. Al je pintransacties kunnen worden nagegaan. Het wegennet wordt zo langzamerhand volledig voorzien van digitale (snelheids)camera’s met automatische kentekenherkenning. De gegevens van de gepasseerde voertuigen mogen een behoorlijk aantal weken worden bewaard, zodat ook hier je verplaatsingen zijn te traceren.
Je gedrag en je opvattingen worden eveneens door de overheid vastgelegd. Al je internethandelingen worden een aantal jaren opgeslagen. Je e-mails en je commentaren kunnen dus worden gecontroleerd. Je bankgegevens zijn tot in Washington in te zien.
Hebben jullie al een nieuw reisdocument? Dan is er een vingerafdruk van je vastgelegd. Voorlopig is het de bedoeling deze in een centrale database op te slaan. Ooit bij de dokter geweest? Dan liggen je medische gegevens digitaal vast in je Elektronische Patiënten Dossier (EPD). En jullie denken toch niet, dat dat alleen door je huisarts kan worden ingezien, hè? Ook al heb je bezwaar gemaakt tegen gebruik buiten de praktijk, dan nog zijn je gegevens bij de dokterspost in te zien.
En dan die poortjes………
Gelukkig heeft Tinus haar tolpoortjes niet gekregen, maar gelet op het bovenstaande maakt dat niet zoveel meer uit. Ook het rekeningrijden ligt heus nog steeds op de loer. In ieder geval hebben we al de OV-poortjes. Ze weten nu ook precies, welk gedrag je in het openbaar vervoer vertoont. Iedere luchthaven heeft zijn poortjes en daar worden niet alleen meer slechts de contouren van je lichaam bekeken.
Maar het ergste vind ik de poortjes van de winkels. Ze zijn bedoeld om winkeldiefstal te voorkomen, maar zoals bij ieder systeem, staat of valt de werking bij de manier waarop de mensen ermee omgaan.
Het is dus de bedoeling, dat de magneetstrips van de gekochte artikelen worden gedeactiveerd. Maar bij mij gebeurt dat lang niet altijd. Al heel wat keertjes ging er een piepertje af op het moment, dat ik de winkel verliet. Onmiddellijk toeschietend personeel verzocht om even in de tas te mogen kijken. Persoonlijk vind ik het behoorlijk gênant om in zo’n situatie te verzeilen. Je loopt weer mee terug naar een balie en de meegevoerde artikelen worden vergeleken met de kassabon. Het klopt natuurlijk altijd en dan komen de verontschuldigingen: “Helaas was het deactiveren van de strips niet goed gelukt”. Het ligt natuurlijk aan mijn temperament, maar ik raak dan behoorlijk geïrriteerd.
Alweer een tijd geleden kon ik geen winkel meer in- of uitlopen, of de poortjespieper ging af. Je kreeg vragen, men keek nog eens even, maar niets te vinden.
Toen mijn bij een bekende prêt-à-porter super gekochte broek moest worden gewassen en ik ook de door mij niet gebruikte linkerachterzak controleerde, vond ik daar – jawel – een magneetstripje. Probleem opgelost. Maar een fout van het personeel, hè?
Onlangs liepen we in Vila Real een supermarkt binnen met ook zo’n poortje. Hens kon niet passeren zonder veel gepiep. We snapten er niets van. Toen we de winkel weer verlieten met de aangekochte waar, piepte het poortje opnieuw. De caissière geloofde het wel verder. Maar Hens vond uit, dat het aan haar handtas lag en verder onderzoek leerde, dat er op een pakje reservebatterijtjes, dat ze om audiologische redenen altijd bij zich heeft, nog een magneetstrip zat, die niet was gedeactiveerd. Weer een fout van het winkelpersoneel dus.
Voor mij bestaan die poortjes niet meer. Moeten ze maar iets beters bedenken. Als ze per se in mijn tas willen kijken, dan wel op kosten van ongelijk. Daarvoor zullen ze dan flink moeten onderhandelen. Anders loop ik gewoon door. Zonder gêne en irritatie!


Het weer.

Als jullie in Nederland een hogedrukgebied hebben, is er ergens in het zuiden wel een depressie actief. En zo hebben wij de afgelopen 5 dagen nat weer gehad met relatief lage dagtemperaturen. Wij hopen, dat de koude put, die hier de laatste dagen rondjes heeft gedraaid, nu definitief jullie kant uitgaat. De verwachting is voor de komende weken dan ook weer een stuk beter. Misschien komt er nog een enkel buitje, maar dat zal de pret niet drukken.
Met het natte weer zie je wel – net als trouwens in Nederland – de slakken verschijnen. Zo kruipen ze tegen de voortent op.

Maar ze komen ook binnenin de tent. Ja, ze zoeken dan een mooi verborgen plekje en dat kan ook in één van je schoenen of laarzen zijn. Het is dus wel zaak om je schoeisel voor het aantrekken even te controleren op ongewenste indringers, want anders ……….. krak!! Ja, dan kun je wel een schone sok opzoeken.


Een ander bijzonder verschijnsel is het samenkomen van grote hoeveelheden stuifmeel met de stromen regenwater in de zich vormende plassen. Je kon dat stuifmeel overigens goed merken de afgelopen dagen, want alle buiten staande tafels, stoelen, maar ook bijvoorbeeld fietszadels waren ook na het afvegen in een mum van tijd al weer voorzien van dit stof. Gelukkig zijn wij niet allergisch voor het goedje.

Plas met stuifmeel.

Ondanks het relatief frisse en natte weer komt de mimosa steeds beter in bloei. Onderstaand een vandaag genomen foto van een boompje op de camping


En dan het carnaval. Dat viel dus eigenlijk ook in het water, althans de optochten. Vanmiddag zijn we naar het centrum van Monte Gordo gegaan om wat van de lokale optocht mee te krijgen. Nu had ik al gehoord, dat er eigenlijk helemaal geen optocht meer zou komen wegens gebrek aan middelen om mooie wagens te maken. Dat bleek helaas te kloppen. We zagen vanmiddag een povere kinderoptocht, waar we snel op uitgekeken waren. Bovendien was de zeer tijdelijke opklaring ook snel voorbij, zodat we maar weer ras de caravan opzochten.





Gelukkig hebben ze hier geen Partij voor de Dieren, want anders had deze meneer vermoedelijk wel een aangifte tegemoet kunnen zien wegens zinloze marteling van zijn hondje door het op volkomen onnatuurlijke wijze aankleden van het beest. De PvdD wil het carnavaleske Limburgse ganstrekken, waarbij al paardrijdend getracht moet worden de kop van een DODE gans af te trekken, wegens dierenmishandeling vervolgd zien.

Tot zover deze keer. In de hoop, dat het jullie goed, of anders beter en indien mogelijk zelfs opperbest gaat, doe ik jullie – en dat natuurlijk ook mede namens Hens – de hartelijke groeten uit de Algarve.

Ties