M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

zaterdag 21 maart 2009

20090321 Monte Gordo

Monte Gordo, 21 maart 2009

Lieve en beste allemaal,


Het kan verkeren. Vanmorgen heb ik onze dochter Rani naar het vliegveld in Faro gebracht. Dinsdag vertrekken wij naar Nederland; drie weken eerder dan aanvankelijk de bedoeling was. Hens’ moeder wordt 31 maart a.s. met spoed geopereerd aan haar rechter arm / hand. Omdat het onduidelijk is of er na de operatie voldoende opvang en/of hulp voor schoonmoeder is en zij natuurlijk een tijdje behoorlijk gehandicapt zal zijn, is het natuurlijk geen keuze of overweging meer, of wij wel terug moeten, maar een zekerheid. Wij gaan dinsdag dus rijden en zullen – als alles goed en volgens plan verloopt – vrijdag in Harlingen aankomen.

Het bezoek van Rani was gezellig en aangenaam. We hebben wat leuke dingen om te doen voor deze week bewaard en verder was het weer uitstekend.
Zoals in de vorige brief al aangekondigd, hebben wij zondagavond na aankomst van Rani buiten de deur gegeten. Het voorgerecht bestond uit kleine kokkeltjes, die hier overigens als kleine steenmosselen op de kaart stonden. Het ziet er op tafel zó uit:


Ik eet ze net als gewone mosselen met een leeg schelpje, maar de hapjes zijn natuurlijk veel kleiner. Ze smaken ook heel anders, maar ik vind het een aanrader.
Wij hebben ze ons goed laten smaken:



Eén van de voorgenomen tripjes was die naar het meest zuidwestelijke puntje van het vasteland van Europa, genaamd Cabo de São Vicente. Het land rijst ter plaatse stijl uit zee op. De 60 m hoge kliffen boden echter geen bescherming tegen het hoog opspattende zeewater wegens de harde – naar mijn schatting met 7 Beaufort waaiende - wind. Auto en brillenglazen zaten binnen een mum van tijd onder het zout. Het moet sowieso een winderige hoek zijn, want hoge begroeiing zie je in de wijde omgeving niet. De kaap bood overigens een indrukwekkende aanblik. Het licht van de vuurtoren is op zee tot op 95 km afstand waar te nemen. Vroeger dachten de mensen, dat dit het einde van de wereld was en zeevaarders durfden niet naar het westen te varen, bang om van de aarde af te vallen.

Cabo de São Vicente.

Er werd natuurlijk ook een bezoekje gebracht aan het nabij gelegen Sagres. Ook hier wind, wind, wind. De bootjes liggen wel goed beschut in de haven.





Ook is er een bezoekje aan Spanje gebracht en daarbij is natuurlijk het mooie grensstadje Ayamonte aan de rivier Rio Guadiana niet overgeslagen. Moeder en dochter genoten nog even van de schoonheid van een mooi pleintje.

Ik heb al eerder geschreven: met tegeltjes weten ze wel raad hier. Fraai!

Het vorig jaar had ik mij tijdens onze reizen en ook in Appelscha bekwaamd in het barbecuen op gas. Bijna alle vlees en ook vis werd door mij vakkundig wel done, medium of rare gaar gemaakt op een rooster boven de branders. Ook in Monte Gordo had ik de reisbarbecue weer klaargezet in de verwachting bijna dagelijks mijn bijdrage aan de uiteraard immer smakelijke gezinsmaaltijd te kunnen leveren. Het dreigt echter, dat de door mij ontwikkelde kwaliteiten op dit gebied volstrekt overbodig zijn geworden door de aanschaf van een grillpan met anti-aanbaklaag. Hens slaagt er nu dagelijks in om met deze pan, zonder toevoeging van dierlijk of plantaardig vet, vlees en vis heerlijk klaar te maken. De barbecue heb ik vorige week maar weer ongebruikt opgeruimd. Ik peins me suf over hoe ik op dit gebied weer een meerwaarde kan ontwikkelen. In ieder geval heb ik thuis de wekelijkse sateetjes bij de nasi nog te doen. Enfin, ik bedenk nog wel wat, want eigenlijk wil ik in Appelscha wel een buitenkeuken aanleggen.
Dus ook de op onderstaande foto aangekochte moten zalm waren weer een prooi voor Hens. Ze heeft ze weer overheerlijk gegrild.

Bij de Mercadona in Ayamonte.


Gisteren hebben we een uitstapje gemaakt naar het Ilha da Culatra. Vanuit Olhão moet je dan om 11.00 uur met een veerbootje naar het (wadachtige) eiland voor de kust in de buurt van Faro varen. De overtocht duurt een half uur; kosten € 3,10 per persoon . Ook hier is het eiland eigenlijk alleen maar een duingebied. De duinen zijn wel lager dan in Nederland. De vaartocht duurt een half uur en dan kom je in het plaatsje Culatra aan. Eigenlijk is het gewoon een nederzetting van eenvoudige, maar wel netjes onderhouden huisjes. Bestrating is er summier en bestaat voornamelijk uit een rij betonblokken. Verder is het duinzand. Het eilandje heeft enkele lagunes en daar liggen (kajuit)boten. We troffen een Nederlander die er al de hele winter met zijn boot lag.
Vanuit het dorpje voert een plankenpad op palen door het duingebied naar het strand. Daar hebben we van de zon, de wind en de fijne temperatuur genoten door langs het strand verder te wandelen. We hebben er een paar in onze ogen behoorlijk grote schelpen gevonden en heel bijzonder, een dode zeeschildpad. Hij zag er overigens nog behoorlijk goed uit en ik dacht eerst, dat hij wellicht nog leefde. Dichterbij gekomen zag ik echter de vliegen al hun werk doen.

Afmeting plm. 80 cm.

In mijn vorige brief heb ik de ooievaars even aangehaald. Ook op deze wandeling hebben we een ooievaar gezien en wel in de duingebied. Hij liep lekker te foerageren.


En als besluit op het eilandje hebben we een warme lunch genoten, alvorens we om 15.30 uur weer op de boot moesten. In de vitrine van het restaurant lagen een paar soorten vis uitgestald en je kon zelf aanwijzen, wat er klaargemaakt moest worden. Toen het klaar was, zag het er zó uit:

Vis, tomatensalade en patat.

Inclusief brood en boter en vispaté, een kom olijven, mayonaise, een hele fles wijn en koffie na voor ons drieën moest ik € 26,10 afrekenen. Vermoedelijk komen we daar nog wel eens terug.

We gaan nu weer naar Nederland, waar minister Bos er de ING de schuld van geeft, dat ze doorgaan met datgene, wat hij – Bos – vergeten heeft te verbieden, toen hij de ING overeind ging houden, namelijk het geven van bonussen. Dom van Bos en dom van de ING.

Het volgende politieke commentaartje over de afgelopen weken, zo op een afstandje bedacht:

Rita Verdronk.

Nou, dit was het dan echt weer. Voorlopig geen briefjes meer.
Veel liefs en groeten, ook van Hens.

Tot de volgende vakantie!

Ties

zondag 15 maart 2009

20090315 Monte Gordo

Monte Gordo, 15 maart 2009

Lieve en beste allemaal,

Zo, ik heb een weekje overgeslagen. Dat komt enerzijds, omdat het leven hier al wat normaler wordt. Niet iedere dag is een hoogtijdag. Maar begrijp me niet verkeerd: iedere dag hier is in principe wel een heerlijke dag.
Neen, ik had vooral even geen zin in het bedenken van de luchtige versie van de waarheid hier, omdat een goede kennis van ons, die wij door het kamperen hebben leren kennen, plotseling op 62-jarige leeftijd was overleden. Voor een goed begrip overigens: hij was thuis in Nederland. Maar door allerlei privé-omstandigheden was dit een bijzonder tragisch verscheiden. Dat heeft ons erg gegrepen en soms ben je dan gewoon even stil. Vandaar dus.

Maar vandaag verheugen wij ons in de aankomst van onze dochter Rani. Ze zal ijs en weder dienende om 18.15 uur in Faro landen en vertrekt dan weer a.s. zaterdagochtend naar Nederland. De weersvooruitzichten zijn uitstekend en we hopen er dan ook een fijne week van te maken.

De afgelopen weken hebben we vooral vele en mooie wandelingen gemaakt. In de Algarve hebben de VVV’s prachtige wandelingen uitgezet en in boekvorm en op fotokopieën uitgegeven. Je doet er zo’n twee tot vier uren over. Het is meestal wel heuveltje op en heuveltje af: de hoogteverschillen lopen op tot 200 m.
Onlangs hebben we een lift gegeven aan een echtpaar uit Borger, dat de weg kwijt was geraakt en ons onderweg gebaarde te stoppen. Dat kan namelijk ook gebeuren. Niet altijd is de routemarkering even volledig en als je pech hebt, kom je daar pas een kilometer verder en 200 m hoger achter. Het is dus wel zaak om goed op te letten.

Dit routepaaltje heb ik wél gevonden!

In “wandelkostuum”.

Het gebruik van de “wandelstok” werd ons aangeraden door het echtpaar uit Borger. Na een paar dagen willen wij niet meer zonder zo’n stok de heuvels in. De stok is een extra hulpje de heuvels op, maar biedt ook stevigheid bij het zoeken van de weg tussen de stenen door op de wegen en paden. Ook bij het dalen loop je zekerder en bij het passeren van riviertjes kun je mooi je evenwicht bewaren, als je van steen naar steen moet stappen. De getoonde stok is overigens al weer wijlen. Onze Nicky werd onderweg aangevallen door een meute honden. Ik heb ze met die stok verjaagd, maar daarbij brak hij helaas wel op de rug van de grootste aanvaller. De honden dropen gelukkig wel af.

Als je een paar kilometer naar het westen rijdt, vind je langs de kust miniatuuruitgaven van onze Waddeneilanden. Het zijn eigenlijk niet meer dan enkele duinenrijen op een paar honderd meter voor de kust. Aan de zeezijde is er het gewone strand en aan de landzijde een strook water. Je kunt hier prachtig wandelen. Het is er ook heel rustig, als je een tijdje hebt gelopen, want de meeste mensen blijven toch bij de strandovergangen in de buurt.

Cacela Velha. Gezien vanaf de duinenrij.

Doorgebroken duinenrij voor de kust. Eigenlijk een slufter.

De zee hier biedt meestal een lege aanblik. We zitten hier ook bijna op het meest zuidwestelijke puntje van Europa – dat hopen we overigens nog wel te bezoeken – en wat dan volgt is de schier oneindige ruimte van de oceaan. Een enkel maal zien we een echt zeeschip varen, maar vaker zijn het de vissersbootjes vlak bij de kust. Gisteren echter heel in de verte allemaal witte zeiltjes. Ingezoomed ziet dat er zo uit:

Het was prachtig zeilweer. Wat zullen ze hebben genoten!

Het voorjaar komt hier wel duidelijk later op gang, dan vorig jaar. Maar de natuur begint nu dan toch uit te lopen en te bloeien. Dit mimosaboompje op de camping doet al goed zijn best.


In Nederland wordt ons aangepraat, dat je van alles moet doen om de flora en fauna van de ondergang te redden. Zelf denk ik daar wat anders over. Als wij als mensen de plaats van de “natuur” inpikken, is het logisch, dat planten en dieren verdwijnen. Met andere woorden: herstel de biotoop en planten en dieren komen als vanzelf weer terug.
Zo zijn er in Nederland projecten om de ooievaar in stand te houden. Nu wil ik niet zeggen, dat het niet leuk is om in Nederland ooievaars waar te kunnen nemen, maar voor de ooievaars hoeft het volgens mij niet. Die zoeken gewoon het beste plekje. Hier in Portugal kom je overal ooievaars tegen. Zoveel reigers als je in Nederland ziet, zoveel ooievaars zie je hier. Het is een echte kolonievogel. Hoge plekken zijn natuurlijk favoriete nestelplaatsen en soms zie je ze kilometerslang de ene na de andere hoogspanningsmast bezetten met hun nesten.
Van Peter kregen we de tip om een bepaald pad in te gaan lopen. Heen en terug zou dat een wandeling opleveren van twee uren. Onderweg zouden we een verlaten en vervallen boerderij vinden met allemaal ooievaarsnesten. De ooievaars zijn wel zo schuw, dat ze bij nadering van mensen op de wieken gaan. Onderstaande foto’s zijn dan ook een telelensopnames.


De ooievaars nog op hun nesten.


Camperopschriften.
De passage van een groep campers leverde het volgende plaatje op.


Op de camper zelf stond heel toepasselijk: Preiboer. De website heb ik (nog) niet bezocht. Nu is prei wel één van de favoriete groentes bij ons als we kamperen. Je kunt het namelijk lang bewaren, ook bij warm weer.
Of we vanavond prei eten? Ik denk het niet. Als Rani door de controle is, zal het wel een uur of zeven zijn. Voor haar is het dan al acht uur en na zo’n reis zal ze wel wat lusten. We doen maar een restaurant aan onderweg. Ik denk, dat ik als voorgerecht kokkeltjes neem. Als hoofdgerecht ook vis. Is heerlijk hier.

Tot zover maar weer. Veel groeten, ook namens Hens.

Ties

zondag 1 maart 2009

20090301 Monte Gordo

Monte Gordo, 1 maart 2009


Lieve en beste allemaal,


In mijn vorige brief heb ik al aandacht besteed aan het carnaval in Portugal. Voor mij was dit eigenlijk de eerste directe ervaring met dit facet van de menselijke cultuur. Anders dan de geijkte opvattingen in de noordelijke Nederlanden, dat het carnaval een feest is van jezelf te buiten gaan aan een levensstijl, die voor de rest van het jaar als zeer afkeurenswaardig wordt beschouwd, komt in ieder geval de Portugese variant ervan op mij over als een feest, waarbij de mensen zich gedurfd en feestelijk presenteren aan hun omgeving. In ieder geval heb ik tijdens de optochten geen wanklank bemerkt.

Na de optocht afgelopen zondag in Loulé, was er ook in Monte Gordo een optocht en wel op Vastenavond. Deze optochten hebben als rode draad een thema. In Loulé was dit een meer allegorisch thema, in Monte Gordo was het hoofdthema de Olympische Spelen. De optocht in Monte Gordo was wat eenvoudiger van opzet, dan die van zondag.

Het is erg moeilijk om langs de drukke route een plaatsje te vinden, waar je gemakkelijk foto’s kunt schieten. Steeds zijn er mensen, die tegen je aan duwen of voor je langs lopen. Het is dus erg moeilijk om op het goede moment af te drukken. Je moet snel zijn, maar mijn camera bijvoorbeeld eist wel een kleine pauze bij het richten om zich goed in te stellen. Daarom mislukken er ook wel foto’s.
Ik ontdekte, dat het leuk is om de individuele deelnemers te fotograferen bij hun act. Hieronder dus een kleine “collage”.

Minzaam kijkende clown.

De volgende drie foto’s zijn van chauffeurs van de tractor(tje)s van de praalwagens.
Het is erg leuk, dat zij geheel in stijl meedoen.











De optocht trekt uiterst langzaam langs de boulevard in Monte Gordo. De dansende groepen, die de tocht voorafgaan doen dit met vier passen naar links, vier passen naar rechts en één pas vooruit. De begeleidende muziek is loeihard en als je zoals wij, vlak bij een groepje luidsprekers staat, dan trilt je borstkas met de drum mee. Maar wat een feest om zo’n deinende massa op je af te zien komen en aan je te zien voorbij trekken.













En jong geleerd, is oud gedaan. Om als 17- of 18-jarige op een uiterst sexy wijze je publiek te vermaken, moet je natuurlijk wel veel geoefend hebben. Het op onderstaande foto afgebeelde basisschoolmeisje swingde de sterren van de hemel. Ze wórdt niet goed, ze is het al!

Geschikt!!


Maar soms kun je beter nog een paar jaartjes wachten.


Even uitblazen, je even terugtrekken in de luwte van je groep en dan zo dadelijk er weer met volle overgave tegenaan.


Turkisch Airlines.

Binnen een uur wisten wij op de camping ook al van het vliegtuigongeluk op Schiphol. Verder volgen wij het nieuws op de voet: via Radio Nederland Wereldomroep, het internet en de televisie. Wat verschrikkelijk overigens, dat alle Nederlandse televisiezenders de hele dag dan geen ander thema, dan dat ongeval weten uit te zenden. En ook de dagen daarna nog. Op deze manier hebben we nog teveel aan één publieke zender. Rob Hoogland wijdde hier terecht zaterdag zijn column aan. Het moet echter wel een opluchting voor Balkenende c.s. zijn, dat de aandacht even elders ligt, want een broedende kip wordt liefst niet gestoord.
Het onderwerp werd ook de dagen daarna uitgemolken en natuurlijk hebben wij ook weer de beelden van de mannen in witte pakken gezien.

Gelukkig hebben wij ook een man in een wit pak op de camping gehad. Dan doe je tenminste ook mee. Hier ging het om de bestrijding van de processierups. Zo’n man gaat gewoon spuiten hoor. Geen waarschuwing, niks niet. Van een paar medecampinggasten hoorden wij, dat er gezegd was, dat de was van de lijn gehaald moest worden en de deur van de caravan gesloten (en dat natuurlijk van de binnenkant).

Man in wit pak!

Nederlanders.

Omdat hier heel veel Nederlanders zijn – niet alleen op de camping – maar ook in de hotels en appartementen – past de middenstand zich hier natuurlijk bij aan. Voor de hand liggend zijn de restaurants, maar ook de fietsenverhuur heeft Nederlandse opschriften. Eveneens zijn hier een paar Nederlandse artsen. In Vila Real stonden de doosjes Goblet jonge jenever à € 10,25 per fles op de stoep voor de slijterij uitgestald.

Doelgroep bekend!


Maar ook de zeevaarders weten deze contreien te vinden.



Kokkels.

Bij laag water zagen wij op een net drooggevallen stuk strand figuurtjes in het zand, als waren deze getekend door met een vinger door het zand te gaan. Bij nadere beschouwing bleek, dat aan het einde van de “tekening” een minuscuul hoopje zand te zien was. Hier bleek een gesloten kokkel in te zitten. Toen ik hem naar boven haalde, spuwde hij nog wat water uit. De les is, dat deze kokkels zich dus in het zand kunnen voortbewegen. Zij doen dit kennelijk, om na het droogvallen toch nog onder het zand te kunnen komen, ten eerste om niet uit te drogen of te warm te worden door de zon en ten tweede om aan de foeragerende vogels te ontkomen. De tweede les is, dat het mogelijk is om bij dergelijk laag water gewoon met een emmertje wat kokkels te zoeken voor een lekker voorgerecht.



Dan sluit ik maar weer af met een camperopschrift. Het betreft hier een omgebouwde bus. De carrosseriebouwer was Hainje en dat bedrijf was vroeger in Heerenveen gevestigd. Met Bart Hainje heb ik nog gehockeyd . De ontmoeting met deze bus had dus een nostalgisch tintje en zo zijn ook de gedachten grensloos, grenzeloos of grenzenloos



Tot de volgende week maar weer. Wij denken aan jullie.
Mede namens Hens veel groeten uit Portugal.

Ties.