M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

dinsdag 21 september 2010

20100921 Ste Marie-Plage

Ste Marie-Plage, 21 september 2010

Lieve en beste allemaal,


Tsja, zo doetiehetniet!


Toen we onze 13 jaar oude caravan na 1½ jaar uit de stalling haalden om hem gereed te maken voor onze najaarsreis, bleek mij, dat de velgen wegens lelijke roest nu eerst maar eens een beurt moesten hebben. Na een paar dagen zwoegen, zag het eindresultaat er zó uit:

Als nieuw dus. We konden weer op pad.
Vorige week woensdag zijn we in Ste Marie-Plage aangekomen en we zijn neergestreken op de camping De la Plage, direct aan het strand dus en we hebben al een paar duiken in zee genomen. Er zijn mooie ruime plaatsen en het weer is zeer goed geweest. We vinden het niet echt erg, dat er vannacht een enorme plensbui is geweest, waarna sommige mensen vanochtend tot hun enkels in het water stonden, toen ze de caravan verlieten. Een gedwongen rustdag dus, maar op de Derde Dinsdag van September kun je dan gewoon voor de buis gaan hangen en dat kan dan heel relaxed met de deur open en een binnentemperatuur van 240 C. De onderstaande foto toont overigens het laantje, waar we aan staan.

We zijn op 11 september vertrokken naar het zuiden. Onze eerste stop was in Alzingen, een stadje vlak ten zuiden van de stad Luxemburg. Met onze ACSI CampingCard konden we hier voor € 11,-- staan. Een spotprijsje voor een heel mooie en goed onderhouden “municipal”.
De camping in Alzingen.

Het ging de volgende dag richting Lyon. Zoals we de laatste jaren – nu we in principe geen haast meer hebben – hebben gedaan, hebben we de rit van Luxemburg naar Lyon buiten de tolwegen om gemaakt. En hij was fantastisch. We hebben genoten van het landschap en de steden en dorpen, waar we doorheen reden. Ook was het allemaal goed te rijden en waren we op tijd op de volgende camping, die in Dardilly, direct ten noordwesten van Lyon. Van hieruit kun je eenvoudig met bus en Metro in het centrum van Lyon komen. Dat deden we dus op maandag. We waren nog nooit in de stad zelf geweest. Om precies te zijn: we zijn tot dusverre altijd met een grote boog om Lyon heen gereden om maar zo snel mogelijk ergens aan de Middellandse Zee voor een paar weekjes bivak te maken. Gelukkig hoeft het nu allemaal niet meer zo snel en nemen we in voorkomende gevallen de gelegenheid waar om ook onderweg te genieten. In één van de spreuken aan het eind van deze brief wordt zulks ook ten zeerste aanbevolen.

Lyon is natuurlijk een bezoekje waard. Het is een mooie oude stad met de nodige bezienswaardigheden. Als je niet overal helemaal in wilt duiken – zoals wij – dan is hij goed te verkennen in één dag.
De stad wordt gedomineerd door de op een hoogte liggende Basilique Nôtre Dame de Fourvière. Natuurlijk zijn wij daarboven geweest, maar eerst hebben we een wandeling langs de andere voornaamste gebouwen gemaakt en wel eerst op het Presqu’Ile en vervolgens door Vieux Lyon. Uiteindelijk hebben we hier ook gegeten.


De basiliek vanaf het Bellecour.



Zonder commentaar.


Deze jongeman vond het niet nodig om gehoorbescherming toe te passen. Mijn gebaren hieromtrent woof hij - overigens vriendelijk – weg.



De “witte” fietsen van Lyon.



Standbeeld op de Place des Terreaux.




Brug over de Saône.

We zijn wel sportief, maar de tocht naar boven, naar de basiliek hebben we maar met de speciale “metro” gemaakt. Een enkele reis natuurlijk. Naar beneden lopen gaat nog altijd uitstekend.

Uitzicht over Lyon vanaf de basiliek.


Idem.


En als de benen dan moe zijn na al dat wandelen, dan is het goed neerstrijken op één van de talrijke terrasjes in Oud Lyon. Het eten was heerlijk, zoals ook de wijn en de prijs was heel redelijk.

Gelukkig past er ook veel op een klein tafeltje.

Met een goed gevulde buik ondernamen we de terugreis naar de camping. Heel bijzonder aan de Metro is, dat hij volledig geautomatiseerd is. Er is dus geen treinbestuurder. Je kijkt gewoon naar voren, zoals op onderstaande foto is te zien.

Metro van Lyon.

Vanuit Dardilly zijn we naar de Côte d’Azur vertrokken, naar Giens op het gelijknamige schiereiland. De camping daar viel ons helaas zodanig tegen, dat we de volgende dag meteen weer zijn vertrokken naar Ste Marie-Plage.
Overigens zijn we de reis vanuit Dardilly naar Giens weer gestart met uitsluiting van tolwegen. Dit viel echter heel erg tegen. De N-weg naar het zuiden wordt beneden Lyon om de paar kilometer onderbroken door een rotonde. Bovendien is er erg veel bebouwing. Na een paar uur hadden we genoeg van deze route en hebben we de tolweg maar opgezocht. Het rijden daar kwam weldadig ontspannen over. Omdat we het gebied rond Montpellier, Beziers en Narbonne wel aardig kennen, hebben we ook besloten om bij de reis naar Ste Marie-Plage van tolwegen gebruik te maken.

We genieten nu van de camping en de omgeving. Bovendien hebben we hier oude bekenden van onze reis naar Cambrils twee jaar geleden ontmoet. Verder hopen we nu snel de stress van de afgelopen twee maanden kwijt te raken.

In de buurt van Andorra ontspringt de rivier de Têt om via Perpignan tussen Canet en Ste Marie in de Middellandse Zee uit te monden. Het brongebied wordt gevormd door de Lacs de Bouillouses, een inmiddels tot natuurreservaat verheven en 2000 m hoog liggend gebied. Het is er prachtig en in de maanden juli en augustus mag je alleen maar per bus naar boven. Auto’s zijn dan in het gebied verboden. Het trok ons wel om er te gaan kijken en op zondag hebben we de 110 km lange rit naar het gebied ondernomen. De tocht is voor de helft een echte bergrit en we deden er dan ook bijna twee uren over. We waren van plan om een ongeveer twee uren durende wandeling te maken langs diverse meren, maar het bleek al snel, dat er geen goed pad liep. Je moest in principe over de rotsblokken heen klauteren en bovendien was het in het begin erg stijl. Ik voelde direct al “pap” in de benen en het werd mij duidelijk, dat de voorgenomen wandeling voor mij geen pleziertochtje zou worden als gevolg van mijn COPD-longen, die het op 2000 m hoogte niet echt konden trekken. Van de wandeling hebben we dus afgezien. Maar het gebied is indrukwekkend. Onderstaande foto’s geven een indruk:







Op de terugweg kregen we nog een bijzonder fraaie spoorbrug in het vizier. Het is echt smullen voor liefhebbers van Frans technisch kunnen en ontwerpen.




Gisteren hebben we een bezoek gebracht aan het prachtige kunstenaarsstadje Collioure aan de Côte Vermeille en zoals vermeld hebben we vandaag bakken regenwater te verduren gekregen. Verder willen we het aanstaande weekend een kijkje nemen in Perpignan, waar dan ook Middeleeuwse ridderspelen worden georganiseerd. Maar daarover volgende week meer.

Ik heb weer een paar voorbeelden van een al eerder gebruikt thema vastgelegd. Het betreffen opschriften op campers. Je komt ze vooral tegen op Duitse campers. Aan de eerste heb ik in het begin van deze brief al gerefereerd:


De tweede is voor degenen, die een excuus zoeken voor hun “Dolce Far Niente”.


Zelf heb ik het rijke gevoel, dat ik niets meer hoef, maar alleen nog maar mag. En daar maken we dan ook ongegeneerd gebruik van.

Vanuit de Roussillon de hartelijke groeten van Hens en

Ties