M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

maandag 18 oktober 2010

20101018 Benicasim

Benicasim, 18 oktober 2010


Lieve en beste allemaal,

Het eind van onze najaarsreis komt alweer in zicht. Niet, dat we er al genoeg van hebben. Het is weliswaar ook niet zo, dat alles wat wij doen, door ons met een “Hosannah” begroet wordt, maar als iets niet bevalt, ga je gewoon weer ergens anders je geluk beproeven. Het is nu twee keer gebeurd, dat we na aankomst op een camping, meteen de volgende ochtend weer zijn vertrokken. We denken, dat we ons in Benicasim wel een tijdje kunnen en zullen vermaken.

De beleving van het nazomeren.

Met onderstaande foto probeer ik bij jullie een gevoel over te brengen: het gevoel, dat ik bij deze reis heb, maar waarvan jullie je kunnen afvragen, of alles, wat buiten het beeld valt van de foto, ook zou bijdragen aan dat gevoel. Het gaat echter om de beleving en daarom focus ik uitsluitend op de elementen, die daaraan bijdragen.

Toch nog maar even verder nazomeren …………

De manga

Beloofd: nog een beeld van die mammoetcampers op de camping in La Manga de Mar Menor. Ja, ja, overwinteren wordt een kunst, waarin je jezelf moet onderdompelen. Het is geen kamperen meer op die campings, je neemt gewoon je eigen flatgebouw mee. Ze worden getrokken door flinke, uit de kluiten gewassen pick-up trucks, vaak met dubbele cabine. Zo heb je ook je eigen personenauto met accommodatie voor 4.
Straatje kampeerpaleizen …..

De manga is 18 km lang en maar enkele honderden meters smal. Zoals overal langs de Spaanse kusten is hij is volledig volgebouwd met flats. In het noorden verandert hij in wetland met zoutpannen. Er staat daar een enkel huis, zo maar midden in het waterland.

De “prijs”voor al dat beton is een natuurreservaatje …..

In de zomer is de manga drukbevolkt. De weg (18 km dus) kent over de hele lengte een snelheidsbeperking van afwisselend 50, 40 of 30 km/u.
Nu is veel gesloten. Omdat er toch nog wel een aantal leuke zaken is geopend, is dat niet heel storend, misschien wel prettig juist. Zo hebben de late toeristen - veel pensionado’s - het rijk voor zich in een rustige atmosfeer.

…. de niet-betalende gasten op een mooi terras……………..




Ongeveer halverwege is een kanaal door de manga gegraven. Hier kunnen de (plezier)vaarders van de Middellandse Zee in de Mar Menor komen.

Cabo de Palos

“Het vissersdorpje Cabo de Palos is op een klif gebouwd. Aan de baai ligt een haven met turquoise wateren en vele vissersboten. Cabo de Palos heeft twee gezichten: grillig en rotsachtig aan de ene kant. Binnen een paar minuten ben je aan de andere kant van het dorp en bevind je je op het perfecte zandstrand “ (citaat uit mondi.nl ).
De manga is volledig volgebouwd met flats, flats en flats, zoals overigens bijna overal in Spanje aan zee. Helaas is er op teveel plaatsen te zien, dat het de projectontwikkelaars er vooral om ging heel snel heel veel geld te verdienen.
Gelukkig is er nog het in de vorige brief genoemde dorpje Las Salinas te vinden en ook het vissersdorpje Cabo de Palos. Eigenlijk is het een gewoon doorsnee vissersdorpje, maar het is wel heerlijk ontspannend om er te zijn. We hadden na ons bezoek aan Cartagena (waarvan straks een paar beelden zullen getuigen) al besloten om weer verder (weer naar het noorden) te trekken en het bezoek aan de cabo was voor ons dan ook het afscheid van de manga en Mar Menor. Aan de kade waren een paar subliem gelegen restaurantjes en wij kozen meteen de eerste, genaamd Miramar.





Uitzicht vanaf het terras van restaurant Miramar.



Wij kozen voor de zeeduivel. Dan krijg je dit dus, met een mandje brood. Het was nu eens niet prettig goedkoop, maar voor de Nederlands aandoende prijs kregen we wel een bijzonder lekker gerecht opgediend.




De buit van deze visser ging rechtstreeks naar de keuken van het restaurant.

Cartagena (ooit Nieuw Carthago).

De reisgids maakt er niet veel van, maar we vonden, dat we er toch even moesten kijken. De stad kent een rijke, maar nauwelijks zichtbare historie. Zo is er nog een ruïne van een amfitheater, maar we hebben al heel mooi bewaard gebleven exemplaren gezien op eerdere reizen. We hebben er even rondgelopen, wat sfeer opgesnoven en een cola’tje gedronken op een terras aan de haven.

Blik op de stad vanaf de havenkant.



Plaquette bij onderstaand giga-beeld.


Hens er maar even bij gezet, om de afmeting goed te begrijpen. Je zou anders kunnen denken, dat ik op mijn buik ben gaan liggen om de foto te maken.



Heel mooi gemaakt en gelukkig niet “politiek correct”.


Cartagene heeft een natuurlijke en diepe haven. De Spaanse marine is er gehuisvest. De Amerikaanse 6e vloot heeft er gelegen. Deze foto toont iets van die natuurlijke vorm.



Een Spaanse reddingboot.

Afgelopen zaterdag hebben we La Manga weer verlaten. We zijn er heen gegaan om de depressie te ontlopen, die over een groot deel van het Iberisch schiereiland is getrokken en nu ook nog grote delen van de oostelijke Middellandse Zee treft. Dat is goed gelukt. We hebben bijna geen regen gehad en we konden goed om ons heen kijken.
De camping is heel groot (32 ha) en herbergt heel veel overwinteraars. Het is een wereld op zich. Zo is er een eigen supermarkt op de camping, waar je om 9 uur de Telegraaf van die dag kunt kopen. Men organiseert er bridge-drives, line-dance cursussen en allerlei andere activiteiten.
Maar van waar wij stonden, was het 10 minuten lopen naar het strand. Verder ligt de camping geïsoleerd van zijn omgeving: je loopt niet zo maar even een dorpje in. Hij hoort niet eens bij een bewoonde kern. Eigenlijk vind ik het een naar binnen gerichte wereld, waar het de bewoners hoofdzakelijk gaat om het ontlopen van de winter. Men vult zijn dagen vooral met het in de zon zitten en met vele sociale activiteiten als borrelen. Op een bepaalde manier komt het bij mij niet over als het vullen van de tijd, maar als het doden van de tijd.
Bij het verdwijnen van de depressie kwam bij ons dan ook het verlangen boven om de manga weer te verlaten en ons plan om Altea te verkennen weer op te vatten.

Altea.

De camping in Altea was erg vol. Er waren maar een paar plaatsen beschikbaar. De meeste waren te klein voor ons. Eén plaats was groot genoeg en lag tegen het toiletgebouw aan. Dan daar maar, dus. De Duitse buurman waarschuwde ons voor de lucht, die uit de stortplaats van de chemische toiletten kwam. Vooral als er een camper zijn vuilwater etc. kwam storten, kon de stank ondraaglijk worden. Helaas hadden wij geen keus en ach, dat stinken zou toch wel wat meevallen, nietwaar? Nou, NIET WAAR!!!! Die stortplaats meurde maar door, ook als er niet werd gestort. Vlagen van bedorven lucht waaiden om de caravan heen en gaven ons een zeer onprettig gevoel. De lucht kwam zelfs in de caravan, zodat het dagelijkse knippertje ook al werd verpest. Dit hadden wij gauw bekeken. Bij daglicht direct weer weg! Gelukkig draaide de wind in de loop van de avond. We konden nog goed slapen.
De Duitse buurman vertelde de volgende ochtend nog, dat hij er 8 dagen had gestaan, voordat hij een plaatsje kon opschuiven. Hij blijft nog een paar maanden. Wij niet. Wij hadden een nieuwe bestemming gevonden: Benicasim.


Benicasim

De camping Bonterra Park ziet er zeer verzorgd uit en heeft mooie, ruime plaatsen, die gescheiden zijn door goed onderhouden en dichte hagen. De sanitaire voorzieningen zijn van hoge kwaliteit en worden keurig onderhouden. Hier voelden wij ons meteen thuis en wij hopen hier 7 tot 10 dagen te blijven .

De mooie boulevard. Officieel mag je er niet fietsen, maar daar houdt lang niet iedereen zich aan. Toen we een politieauto zagen, zijn we toch maar gauw even een zijstraatje ingereden.



Idem.



Benicasim is (was) het Zandvoort van Madrid. Langs de boulevard staan prachtige villa’s. Zij hebben alle een eigen geschiedenis, die door informatieborden wordt aangegeven.




Idem.


Vandaag hebben we een fietstocht langs de zee gemaakt naar (en tot aan de haven van) Castelló de la Plana. Net als van Cambrils naar Salou was de afstand zo’n 12 km heen en 12 km terug.
In Castelló is langs het strand een 1,8 km lang duinpark aangelegd. Prachtig!


Radio Oranje.


Onderweg luister ik altijd naar de lokale radiozenders. Daarmee krijg je een snuifje couleur locale, de nationale of regionale cultuur mee, wat voor mij een verdieping van de reiservaring betekent. Vooral in bergachtige gebieden – en Spanje behoort hier zeker toe – betekent dit onderweg voortdurend de radio naar een goede zender laten zoeken, omdat het bereik beperkt is. Op weg naar het zuiden, voorbij Valencia, hoorden we opeens de wel zeer herkenbare klanken van het Hollandse levenslied. Nou, dan ben ik weer thuis natuurlijk. Wij konden tot voorbij Alicante van deze rijke ervaring genieten. Jullie ook, als je tenminste op de onderstaande link klikt:

Hij is van Radio Oranje:

http://www.radiooranje.es/

Veel plezier, hoor!

Pensioenperikelen.

Jan en Mienke zijn snel naar Nederland gegaan, want Frankrijk staakt. Nou ja, in principe willen wij over een dag of tien, twaalf de Pyreneeën weer passeren. Berichten over brandstof hamsterende Fransen, tankstations met lege tanks, langzaam rijdende vrachtwagens en weet ik niet wat voor ellende meer, geven te denken of de DOORTOCHT nog wel mogelijk is. Ik ben niet helemaal pessimistisch, want heftige protesten tegen regeringsbesluiten behoren tot de Franse politieke folklore. De protesten eindigen meestal, als de besluiten definitief zijn. Ik heb begrepen, dat de Senaat woensdag een besluit neemt over de pensioenvoorstellen van Sarkozy. Als dit allemaal klopt, is het donderdag weer normaal in Frankrijk.

Mocht Frankrijk zichzelf helemaal terugstaken tot in het Stenen Tijdperk, dan moeten wij wellicht eeuwig op het Iberisch schiereiland blijven……

Voorlopig doen wij jullie dus maar de hartelijke groeten.

Ties