M.S. "Quayonge"

M.S. "Quayonge"
Mijn reisbrieven publiceer ik onder de naam "Quayonge", naar de boot, waarmee wij vele jaren over de Friese Meren, de Waddenzee en het IJsselmeer hebben gezworven.

zondag 27 februari 2011

20110227 Monte Gordo

Monte Gordo, 27 februari 2011



Lieve en beste allemaal,

We zijn op de helft van onze voorjaarsvakantie. Meteorologisch gezien pakt deze bijzonder goed uit. Het is warm te noemen, zeker bij onze wandelingen in de heuvels. De tuinierende Portugezen, die wij passeren, zeggen ook steeds, dat het warm is. Het is waarschijnlijk de bedoeling, dat je bij nog redelijk koel weer de tuin in orde brengt en dat het daarna warm wordt. Nou ja, wij zitten er niet mee.

Volgende week zondag, maandag en dinsdag worden weer de jaarlijkse en veel bekeken carnavalsoptochten in Loulé gehouden. Twee jaar geleden zijn wij er ook geweest en heb ik deze “vogelverschrikkers” kunnen fotograferen. Volgende week hoop ik er weer te zijn en jullie een impressie te kunnen sturen van deze spetterende show.



Gisteren troffen wij tijdens een zware, maar prachtige wandeling overigens deze vogelverschrikker aan. Je zult hem niet in Loulé kunnen zien, maar ik vind hem een mooi voorbeeld van de inventieve Portugese huisvlijt. Hij doet zijn werk ook goed, want het veldje, van naar wij dachten peultjes, stond er schitterend bij.

Tavira

Ongeveer halverwege Faro ligt het mooie vissersstadje Tavira. Het leent zich er altijd goed voor om er even rond te lopen en een terrasje te pikken. Onlangs hebben we op een frisse zaterdagmiddag het stadje weer bezocht en nu om even rond te kijken in het hooggelegen historische centrum: bij het Moorse kasteel. Eigenlijk staan alleen de muren van het kasteel er nog. Binnenin is een mooie tuin aangelegd, die keurig wordt onderhouden. De muren kun je beklimmen en bieden een fraai uitzicht over de stad.



Buitenmuur met hoofdingang.

De Moren beschouwden onder andere Tavira als één van de belangrijkste nederzettingen in de Algarve. In 1242 werd de stad veroverd door Dom Paio Peres Correia, nadat de Moren zeven van zijn ridders tijdens een bestand hadden gedood. En dan vind ik het charmant, dat deze agressieve misdaad voor het nageslacht is vastgelegd in een straatnaam. De canon van de Portugese geschiedenis is al lang geleden geschreven en is dagelijks te zien langs de openbare weg. Daarvoor hoeven hier geen pretentieuze musea te worden ingericht.


Het straatje van de zeven ridders is gelegen naast het Moorse kasteel.

Het valt niet te hopen, dat wij in Nederland nog straten moeten gaan vernoemen in verband met een gewapend conflict met de islam, hoewel ……………. de burgemeester, die de Theo van Goghstraat opent, mag van mij een lintje krijgen.

Authentiek en pittoresk huizenblok langs de rivier in Tavira.


Intermezzo

Jullie weten het nog niet allemaal, maar wij hebben een nieuwe caravan gekocht. Wij hebben ons de afgelopen maanden uitgebreid georiënteerd op het aanbod en wij hadden al besloten om een Fendt Bianco 465 SFB aan te schaffen. Het was al jaren ons plan om dat te doen zo rond mijn 65e verjaardag en die hoop ik in augustus te vieren. Wij hadden aanvankelijk begrepen, dat op het door ons gewenste model een levertijd van ongeveer 2 maanden zat en we wilden de aankoop dan ook afronden na onze terugkomst uit Portugal.
Voor ons vertrek hebben we de Caravana (grote recreatietentoonstelling in Leeuwarden) nog even bezocht en daar hoorden we tot onze verrassing van de dealer, dat ons plannetje niet zou kunnen slagen, omdat die levertijd dan niet meer aan de orde is en dit dan allemaal om redenen van nieuwe productielijnen. Bovendien was de productie van “onze” caravan al helemaal vol gepland. Er was nog een enkel exemplaar beschikbaar. Als we nu niet bestelden, dan hadden wij in het najaar de caravan niet. OK, dan maar om de tafel. Ze kwamen met een goed aanbod en we hebben afgesproken, dat de caravan in juli zal worden geleverd.

De nieuwe caravan …………………….
(Foto ingevoegd op 18 juli 2011).

Nou ja, het wordt ook wel tijd voor een nieuwe caravan. Onze Hobby begint zo langzamerhand allerlei mankementen te vertonen. Zo gaan de kastjes moeilijk sluiten en van tijd tot tijd moet ik weer eens iets repareren, waarvan de schroefjes zijn losgegaan. Vooral tijdens het rijden kunnen dergelijke schades ontstaan. Je hebt dat niet altijd in de gaten. Hens vindt wel eens een schroefje van onbekende herkomst. Het is niet altijd te achterhalen, waar die vandaan komen, maar van een paar weet ik het nu.
In Valladolid aangekomen meldde Hens mij na de inspectie van de caravan, dat de TL -armatuur boven de keuken los hing. Nadere beschouwing leerde mij, dat er een schroefje van een inmiddels bekende vorm onder die lamp lag. Watskebeurt???
De armatuur bleek met drie schroefjes aan de achterkant in het plafonnetje vastgezeten te hebben. Dat waren er vermoedelijk twee te weinig. Zo hebben wij bij onze zoektocht naar een nieuwe caravan ons laten informeren over de wijze, waarop Hobby zijn producten maakt. Overigens bij dezelfde dealer, dus er was geen belang om Hobby zwart te maken. Maar bij Hobby is de constructie minimaal, dus drie schroefjes, waar een andere producent er vijf monteert. Dat hoeft niet per se slechter te zijn, maar het risico, dat het fout gaat, is wel wat groter.
Nou ja, ik positioneerde mij dus met een geschikte schroevendraaier en een schroefje voor de keuken om de armatuur weer vast te zetten. Diep voorover buigen, de romp 90˚ draaien en omhoog kijken. Nog afgezien van de opkomende pijn in mijn nek, bleek in de slechts zeer beperkt beschikbare ruimte ook de accommodatie met bril onvoldoende om het schroefje en gaatje scherp op het netvlies te krijgen. Zonder bril overigens ook. Voorts bleek de afstand tussen aanrecht en plafonnetje te gering om onderarm verlengd met schroevendraaier voldoende ruimte te geven om te kunnen werken. De rugspier begon inmiddels ook te protesteren. Hoe nu?
Ik besloot om te trachten de drie schroefjes, die dus achter de lamp geplaatst moesten worden, op de tast aan te brengen. Dus gewoon staande voor het aanrecht. Eerst de middelste, dan bleef de armatuur wel hangen en kon ik de twee buitenste vastzetten.
Hens assisteerde bij de eerste schroef: armatuur op zijn plaats houden, met de els een gaatje voorbereiden en dan volledig op de tast het schroefje plaatsen, een beetje vastdraaien met de vingers en dan verder met de schroevendraaier. Het lukte!!
Ook de volgende twee schroefjes wist ik op die manier en dus volledig op de tast vast te zetten. Het uitoefenen van enige druk- en trekkrachten op de aldus weer opnieuw geplaatste armatuur leerde mij, dat hij behoorlijk vast zat.
Zeer tot mijn voldoening constateerde ik, dat ik deze toch wel lastige operatie, waarbij mijn vingers tevens als ogen fungeerden, tot een goed einde had gebracht. En eigenlijk kreeg ik tegelijkertijd een ander, wat onvoldane bijgedachte: met een dergelijk fingerspitzengefühl was ik mijn roeping misgelopen …………: ik had gynaecoloog moeten worden.

Ook na de ritten naar Sevilla en Monte Gordo bleek de armatuur nog perfect op zijn plaats te zitten.

Activiteiten.

Zo maar even wat plaatjes:

Even uitblazen na de beklimming vanaf rivierniveau (La Guadiana).



Ook op hoge delen van de wandelingen kun je mooie vlakke weiden tegenkomen. Overigens is aan de vegetatie wel te zien, dat de grond hier bijzonder schraal is. Soms zijn er op bepaalde, wat vruchtbaarder stukjes grond langs de riviertjes in het binnenland kleine akkertjes aangelegd voor tuin- of wijnbouw.


Hier rijdt bijna nooit een auto, maar deze hagedis heeft er één getroffen.



De Beliche had meer water, dan gewoonlijk. Hier hield Hens de schoenen nog droog, maar toen we dezelfde rivier nog een keer moesten oversteken en we dat wel met droge voeten dachten te kunnen doen, gleed Hens van de klaarliggende, maar gladde stenen af.

Laag water bij Monte Gordo. Ook hier kun je beter je schoenen uit doen en over de net drooggevallen delen (en door de slenken) lopen. Die zijn namelijk hard. Het wat hoger gelegen strand is naar het Westen toe te rul om lekker te kunnen lopen.




In Salou heb ik bij de hele dure villa’s aan de boulevard prachtige schoorstenen gezien, maar ook bij deze goedkope appartementjes is de afwerking smaakvol. De mensen hier hebben een verrassend gevoel voor esthetiek.


Het kan echt weer. Wel oppassen, dat je niet verbrandt.




Die 23˚ zijn van de buitenthermometer, die op de chassisbalk ligt aan de noordkant van de caravan.

Aarzelend komt ook de Mimosa in bloei.


En hoe deze struik heet, weet ik niet. Mensen om ons heen zeiden, dat hij ook wel bloeit in Nederland, maar dat hij daar veel kleiner is.

De afgelopen woensdag zijn we per fiets met een groepje Zeeuwen mee geweest naar Isla Canela. Dat ligt in Spanje, net aan de andere kant van de grensrivier. Dat fietstochtje lag altijd al in onze bedoeling, maar het was er nog niet van gekomen. Met onderstaande veerpont zijn we vanuit Vila Real overgestoken naar Ayamonte. Het was afgaand tij en de rivier stroomde sterk. De pont moest stroomopwaarts varen en kwam bijna niet vooruit. We deden wel 20 minuten over de oversteek. Terug was ongeveer 5 minuten.





Aan deze boei is goed te zien, hoe sterk de stroom was.

Isla Canela is pas in de afgelopen 15 jaar opgebouwd. Voorheen stond hier niets, nu allemaal flats en een grote jachthaven. De flats zijn in verschillende stijlen opgetrokken. Hier een voorbeeld van een Moors “blok”. Anders dan langs de Costa’s, die volgebouwd zijn met eenvormige betonblokken, kan ik deze architectuur wel waarderen.







Als je Isla Canela helemaal bent over gefietst – ongeveer 10 kilometer – kom je voor een rivier te staan met aan de andere kant Isla Christina. Voor zover ik weet, is daar geen pontje.

Het viel ons trouwens op, dat er op de camping wel erg veel Zeeuwen overwinteren. We weten nu, hoe dat komt. Tijdens het fietstochtje vertelden ze ons, dat een paar mensen voor de provinciale Zeeuwse omroep zijn geïnterviewd. Niet één keer hoor, maar wel twee keer. Daarbij is flink wat reclame gemaakt voor de camping in Monte Gordo. Ja, die is niet duur en ons Zeeuwen bent …………..!!


Maar vandaag was het zondag en mooi weer. Veel mensen bezochten de restaurants. Wij ook. De terrasjes waren vol, maar gelukkig konden we nog een plekje vinden bij een strandrestaurant zo’n vier kilometer westelijk van Monte Gordo. Wel pas bij het tweede adres. Maar het was heel gezellig.
De BOB hadden we thuisgelaten, omdat we met de benenwagen waren. Heen achter de duinen langs, omdat het hoog water was en terug over het strand.

Vis eten aan het strand ……..

en

vis eten aan het strand ……..


Tot zover deze keer. De hartelijke groeten uit Monte Gordo van Hens en

Ties

maandag 14 februari 2011

20110214 Monte Gordo

Monte Gordo, 14 februari 2011


Lieve en beste allemaal,

Het weer is niet al te best de laatste dagen, maar je kunt nu ook weer niet zeggen, dat het “afzien” is. Weliswaar zal het de komende dagen behoorlijk regenen, maar de verwachtingen voor de tijd na de komende drie dagen zijn goed te noemen en voor volgende week zelfs uitstekend.
Natuurlijk volgen wij ook met belangstelling de verwachtingen in Nederland – dat is trouwens niet zo moeilijk, want wij kijken en luisteren hier naar dezelfde zenders als jullie – en per saldo zijn wij dan toch wel blij nu hier te zijn. Met ruitenkrabben heb ik het deze winter wel weer gehad!

Anders dan met een echte vakantiereis, waar je ook op onderzoek uitgaat in de omgeving van je verblijfplaats, is het leven hier aan routine onderhevig. En grote verhalen hoeven jullie de komende weken dan ook niet te verwachten. De meeste facetten van het leven hier heb ik al lang beschreven. Ik zal dan ook wel eens een weekje overslaan met het schrijven van een briefje.

Maar wij hebben dan toch wel weer een wijziging in onze routine aangebracht. Zo hebben we vorig najaar in Spanje ontdekt hoe leuk het is om regelmatig eens buiten de deur te eten. Vaak krijg je dan verrassend lekker eten voorgeschoteld, als je tenminste de moed hebt om juist de specifiek lokale keuken uit te proberen. Nou, die moed hebben wij wel en wij lusten ook bijna alles. Het kan vaak ook heel goedkoop – zeker naar onze maatstaven gemeten – en ook mag het wel eens ietsje duurder zijn, want dan heb je natuurlijk de specialiteiten van het huis.
Aten we eerst bijna nooit buiten de deur, we hebben nu besloten om in principe eenmaal per week een lokaal restaurant op te zoeken.
Zo hebben we gisteren (zondag) uitgebreid geluncht in een restaurant op het strand in Monte Gordo. Gewoon lekker lopend de camping af en eens kijken, waar wat te beleven valt. Het betreffende restaurant was goed voorzien van autochtone bezoekers en dat is voor ons het teken, dat je juist dáár moet zijn. Het was ons al eerder opgevallen, dat de lokalen hier vaak ’s zondags uit eten gaan, meestal met de hele familie. Het is dan een heel geanimeerde bedoening.
Als je uit eten gaat – ook met het doen van boodschappen trouwens – is het handig om een taalgidsje mee te nemen, zodat je weet, wat je bestelt. In Monte Gordo is het echter wel zo toeristisch, dat de menukaarten in vele talen en vaak ook in het Nederlands zijn opgesteld. Het juiste gerecht bestellen is dan niet zo’n probleem. Wij gingen voor de cataplana met zeeduivel, een visschotel voor 2 personen met van alles erop en eraan: gamba’s, steenmosselen, meerdere soorten vis, groenten en aardappelen en als smaakversterkers ook nog stukjes spek en chouriço. Een aanrader voor iedereen, die dit ook op de kaart ziet staan. Uiteraard hebben we er een flesje huiswijn bij genomen. Er werd tevens brood en paté bij geserveerd. Om het af te maken hebben we nog een kopje koffie besteld. Bij het afrekenen kregen we nog een lokale digestief aangeboden, een soort amandelborreltje, dat ik overigens alleen maar even heb geproefd. Hens vond het sowieso zonde van de heerlijke nasmaak om eraan te nippen.
De al niet meer volle schaal …….

Onze vaste routine is wandelen en we proberen iedere dag toch wel minstens een kilometer of 8 te maken, maar vaak wordt het meer dan 10 km. We hebben al weer een paar wandelingen in het achterland gemaakt. Heuvel op, heuvel af, met hoogteverschillen tot wel 150 m. De charme is de mooie natuur en de stilte. De mensen zijn er allervriendelijkst.
We wandelen in principe om de dag in de heuvels. De andere dag lopen we dan langs het strand.

Hoog in de heuvels bij Corte Pequena. De wandeling gaat tot bij het meer in de verte en dan weer helemaal omhoog …….




Ook hebben we de wandeling bij Manta Rota langs wat ik maar de “strandtong” noem, weer gemaakt. Deze strandtong loopt in westelijke richting tot aan Cabanas. Typerend is, dat de zee er ook achter langs loopt. Op de tong is een rij lage duinen. Twee jaar geleden konden we zo’n 3 km langs het strand ter plaatse lopen, totdat een slenk verdergaan onmogelijk maakte. Vorige week ontdekten we, dat de zee helaas door de duinenrij was gebroken en we al na ongeveer 2 km niet meer verder konden.

De doorbraak bij Cacela Velha.

Weer teruglopend kijk je naar Monte Gordo. Onderstaande foto heb ik ingezoomd. De “piramide” een beetje rechts is een groot hotel in Monte Gordo. Door de karakteristieke vorm kun je ook al van ver in het achterland zien, welk van de stadjes Monte Gordo is.



De vermoeienissen van de reis zijn al lang weer vergeten. De goede conditie is weer terug. Ik kon dan ook de volgende prachtige foto van Hens maken tijdens één van onze wandelingen.



Zo’n patente vorm straalt natuurlijk ook op mijzelf af. Ik ben weer helemaal joppe.

De groeten dus,

Ties

zaterdag 5 februari 2011

20110205 Monte Gordo

Monte Gordo, 5 februari 2011

Lieve en beste allemaal,

Het motto is vandaag: “Iedere dag een beetje beter!”

De reis.

We zijn twee weken geleden vertrokken uit Harlingen, maar het is niet zonder reden, dat ik jullie pas vandaag mijn eerste reisbrief schrijf. Mijn gezondheid liet te wensen over en ik was daardoor niet fit genoeg om met plezier een briefje aan jullie in elkaar te draaien.
De val in het verijsde bos vlak voor de jaarwisseling heeft mij een paar gekneusde ribben opgeleverd en mij tot eind vorige week veel pijn bezorgd. Zo veel, dat ik op de reisdagen naar Portugal ’s morgens toch nog even een paar paracetamolletjes innam. Bovendien werd ik door een behoorlijk zware verkoudheid geplaagd, die vermoedelijk is ontstaan, omdat ik het hoesten onderdrukte. Dit alles was een aanslag op mijn conditie en dit nog afgezien van het feit, dat hoesten en niezen met gekneusde ribben een ernstige vorm van onvrijwillige zelfkastijding is. Dat kun je natuurlijk niet gebruiken als je vier dagen achtereen om 6 uur moet opstaan om zo’n 600 km met de caravan te reizen.

Verder was het erg koud: Parijs 4˚ en ’s nachts rond 0˚, Bordeaux 4˚ en ’s nachts -4˚ en Valladolid 6˚ en ’s nachts -6˚ C.
Toch geschiedde het wonder weer op 25 januari. In Valladolid was het ‘s ochtends om 08.00 uur dus min 6˚ C. Toen we ’s middags 8 uren en ruim 600 km later in Dos Hermanas bij Sevilla aankwamen was het plus 15˚ C. Niet extreem warm natuurlijk en toch wel wat gewoner dan 3 jaar geleden, toen de mensen hier in badkleding buiten zaten, maar duidelijk een ander klimaat. De trui kon wel uit bij het neerzetten van de caravan en daarna konden we nog even op ons gemak genieten van het buiten zitten.

Het kacheltje hebben we in Sevilla maar sporadisch aangezet. In Monte Gordo werd op woensdag nogal regenachtig weer verwacht en we besloten dan ook om een dag langer in Sevilla te blijven, zodat we in Portugal niet door het weer zouden worden gehinderd bij het neerzetten van de caravan. We zijn Sevilla niet in geweest – dat hadden we twee jaar geleden al gedaan – maar we hebben heerlijk de ruimte genomen om uit te rusten van de vermoeiende reis. Lekker uitslapen en verder niets.
De laatste 140 km naar Monte Gordo werden dus op donderdag afgelegd. Na het gebruikelijke caravanwassen in Vila Real zijn we naar de camping gereden. Het is altijd spannend of je een goede plek kunt vinden, want deze camping heeft geen vaste plaatsen. Je moet tussen de bomen maar een plek zien te vinden, waar je goed uit de voeten kunt. Wij zijn gelukkig met onze plaats. De eerste twee dagen regende het nog, zodat we pas ’s zaterdags onze voortent hebben opgezet. Vandaag – na de was gedaan te hebben – zag onze plaats er zó uit:


Maar wat nog veel beter kan, is de temperatuur. De vorige twee keren, dat we hier het voorjaar opzochten, hebben we bijvoorbeeld nooit de kachel hoeven te gebruiken. Maar nu hebben we elke dag de kachel aangehad en ’s nachts zelfs de hele nacht. Het is hier ’s nachts maar 4˚ C! Gelukkig wordt het overdag al wat warmer, maar de eerste dagen kwam de temperatuur hier niet boven de 13˚ uit. Nu gelukkig alweer zo’n 17˚ à 18˚. De verwachting is, dat het ’s nachts ook weer wat warmer wordt: richting 10˚.

Activiteiten.

Gelukkig is ook mijn borstkas alweer behoorlijk genezen en het hoesten doet geen pijn meer. Daarmee kon ook de verkoudheid genezen en wordt ook de zuurstofopname weer beter. Helaas is deze nog niet helemaal op het niveau van voor de val, maar ik heb het gevoel, dat dat niet lang meer duurt.

We zijn dus weer volop aan het bewegen en na een paar keren langs het strand te hebben gelopen, hebben we de wandeling bij Azinhal (7 km op en neer) weer aangepakt. Dat is die wandeling van die bloeiende amandelboompjes en het fantastische uitzicht over de Rio Guadiana. Gisteren zag dat er zo uit:



En als je dan zo’n wandeling hebt gemaakt, is het heerlijk om voor minder dan een euro per consumptie even uit te blazen op een terrasje aan diezelfde rivier in Vila Real.


De nicht.

Het is een merkwaardig verschijnsel, dat mensen, die in de herfst van hun leven zijn aangeland – ik noem het zelf liever een mooie nazomer – en die er dus bijna niet meer zijn, plotseling veel belangstelling krijgen voor hun afstamming en de wat verdere familie. Zelf houd ik het er maar op, dat je er na je werkzame leven en het opvoeden van de kinderen de tijd voor hebt.
Zo ben ik bezig om in de aanstaande zomer de kleinkinderen van mijn opa en oma Wierda op een dag in Appelscha bijeen te brengen. De (hernieuwde) contacten, die ik hierdoor heb gelegd, leerden mij onder andere, dat mijn nicht Johanna ook ieder voorjaar in Portugal is te vinden. Natuurlijk heb ik haar gebeld om een bezoekje te brengen. Zij huurt een appartement in Praia da Roche (bij Portimão). Dat is dichterbij dan Waddinxveen in Nederland en dus zijn we deze week naar haar toe geweest. Lekker bijgepraat, gezellig terrasjes bezocht, de zeekant goed bekeken en lekker geluncht.

Hens, Gerrit en Johanna.

De campers.

Er zijn van die beroepen, waar je ook privé een heleboel plezier van kunt hebben. Allemaal van die dingen in de sfeer van: Wie appelen vaart, die appelen eet. Boer is daar één van, maar ook ben ik altijd jaloers geweest op families, waar timmerlieden, metselaars, electriciëns en loodgieters deel van uitmaken. Lekker handig om je eigen huis te bouwen of op zijn minst om het eens goed op te knappen. Ik heb trouwens persoonlijk mogen ervaren, dat ook een architect heel handig is.
Maar wat te denken van een carrosseriebouwer………………………………….



Het kan ook iets bescheidener, hoor ……..



De toename van het aantal campers is overigens opvallend. Wij vonden de camping al niet zo vol als de vorige keren, maar je komt die campers in toenemende mate juist buiten de campings tegen. En allemaal dus op plaatsen, waar je niet hoeft te betalen. In datzelfde Vila Real kon ik het volgende plaatje schieten op het oude spoorwegemplacement aan de rivier.

Ik weet nog wel een nieuwe bron van inkomsten voor de gemeente hier.

De beleving.

Kortom, het gaat wel weer goed en iedere dag een beetje beter. Ook al heeft het hier veel geregend – dit is overigens een zegen, want de stuwmeren staan hier voor het eerst sinds vele jaren weer boordevol – het is toch voorjaar! In de plassen ontstaat het nieuwe leven ……



en als je echt inzoomt op het voorjaar – die focus, weten jullie nog? – dan zie je plotseling in een verborgen hoekje aan het strand deze plant ………….


Veel groeten uit de Algarve, ook van Hens natuurlijk,

Ties